Wedstrijdkleding

Aan de wedstrijdkleding zijn voorwaarden verbonden. Welke dat zijn, lees je hier.

Spelers van een team komen tijdens een wedstrijd uit in uniforme wedstrijdkleding. De doelverdediger draagt kleding die afwijkt van de andere spelers, scheidsrechter en assistent-scheidsrechters.

Als de scheidsrechter vindt dat de tenues van de twee teams te weinig verschillen, dan is een van de twee teams verplicht andere kleding aan te trekken, die wel voldoende afwijkt van het tenue van de tegenpartij. Bij een wedstrijd in een mannen standaardklasse of een vrouwen senioren landelijke klasse (top-, hoofd- en eerste klasse) is het als tweede genoemde elftal (de ‘uitploeg’) verplicht andere wedstrijdkleding te dragen. In de overige klassen moet het als eerste genoemde team (de ‘thuisploeg') dit doen.

Heeft een van de teams bezwaar tegen de wedstrijdkleding van de tegenpartij, dan moet men dat voor het begin van de wedstrijd aan de scheidsrechter meedelen.

Scheenbeschermers

Het dragen van scheenbeschermers tijdens een wedstrijd is verplicht. Een speler die geen scheenbeschermers draagt, mag niet aan een wedstrijd deelnemen.

Rugnummers

Het dragen van rugnummers is verplicht voor eerste elftallen in het seniorenvoetbal (mannen en vrouwen). In poules waar eerste elftallen zijn ingedeeld bij reserve-elftallen, geldt deze verplichting niet. Als spelers rugnummers dragen, dan moeten deze rugnummers overeenkomen met de rugnummers op het wedstrijdformulier. Er mogen nooit twee of meer spelers van een team hetzelfde rugnummer hebben.

Een rugnummer bestaat uit maximaal twee Arabische cijfers. Een rugnummer moet ten minste twintig centimeter hoog zijn en er moet voldoende contrast zijn ten opzichte van de kleur van het shirt. Eventuele andere uitingen op de rugzijde van het shirt mogen de leesbaarheid van het rugnummer niet beïnvloeden.

Reclame op wedstrijdkleding

Het bestuur amateurvoetbal heeft ingevolge het Reglement Wedstrijden Amateurvoetbal het volgende besloten met betrekking tot het aanbrengen van reclame op de wedstrijdkleding.

De reclame op wedstrijdkleding moet qua afmetingen blijven binnen de navolgende beperkingen.

Fabrikant wedstrijdkleding

Naam, beeldmerk, logo en/of domeinnaam van de fabrikant mogen maximaal driemaal per kledingstuk voorkomen, waarbij de oppervlakte per reclame-uiting niet groter mag zijn dan 20 vierkante centimeter.

Als de fabrikant van de wedstrijdkleding tevens fungeert als shirtsponsor dan wel shirtsubsponsor, mogen de reclame-uitingen slechts zodanig zijn aangebracht dat per wedstrijdtenue niet meer dan drie uitingen met dezelfde naam tegelijk in beeld zijn.

Shirt

• Aan de voorkant van het shirt mogen maximaal drie, al dan niet dezelfde, reclame-uitingen staan met een totale oppervlakte van 600 cm².
• Aan de zijkant van elke mouw van het shirt mag maximaal één reclame-uiting worden aangebracht tot een maximum van 40 cm².
• Indien een reclame-uiting slechts aan de zijkant van één mouw van het shirt wordt aangebracht, terwijl er op de andere mouw geen enkele reclame-uiting wordt aangebracht, dan mag eerstgenoemde reclame-uiting worden aangebracht tot een maximale oppervlakte van 60 cm².
• Aan de achterkant van het shirt mogen maximaal twee, al dan niet dezelfde, reclame-uitingen staan met een totale oppervlakte van 400 cm².
• Eventuele spelersnamen en een reclame-uiting mogen niet beide onder of boven een rugnummer staan. Een club mag zelf bepalen welke boven en welk onder het rugnummer staat. 
• Er moet minimaal twee centimeter tussen een reclame-uiting en een rugnummer zitten.
• Op het shirt mag één uiting van de desbetreffende divisie staan. Die uiting kan een combinatie van naam, beeldmerk en logo van de desbetreffende divisie zijn en mag maximaal 20 cm² zijn.
• Per wedstrijdtenue mogen niet meer dan drie dezelfde uitingen tegelijk in beeld zijn. Dit geldt ook voor het merk van de kleding. Zorg er ook voor dat door de reclame de herkenbaarheid van het tenue, met name de basiskleur, niet in het geding komt.
• Een speler mag geen ondershirt tonen dat is voorzien van teksten of reclame. De tuchtcommissie kan een straf opleggen aan een speler die zijn voetbalshirt omhoog - of uittrekt om betreffende teksten of reclame te tonen.           

Broek en kousen

Aan de voorkant of de zijkant van de broek mag op iedere broekspijp maximaal één reclame-uiting van maximaal 75 cm² worden aangebracht. Op de kousen mag naast de naam, het beeldmerk en/of het logo van de fabrikant van de kousen, ook de verenigingsnaam en/of het logo van de verenigin staan.

Algemeen

De volgende reclame-uitingen mogen niet volgens de Nederlandse Reclame Code:

• reclame voor tabaksproducten;
• reclame voor alcoholhoudende dranken;
• uitingen die in strijd zijn met de wet, de openbare orde of de goede zeden;
• uitingen die niet in overeenstemming zijn met de eisen van goede smaak en fatsoen;
• uitingen die in verband kunnen worden gebracht met de seksindustrie;
• uitingen van politieke aard.

In alle gevallen waarin niet is voorzien, beslist de KNVB.