Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

Spelersdoelgroepen

Jongeren zijn pas vanaf ongeveer 12 jaar in staat om bewust te reflecteren. Om een start te maken met het oefenen in reflecteren kun je op zijn vroegst beginnen vanaf O11 met individuele ontwikkelgesprekken. Daarbij is het altijd belangrijk om na te denken over welke leeftijdsgroep je voor je hebt. Naarmate jeugdspelers ouder worden, is het belangrijk om je ervan bewust te zijn vanuit welk perspectief spelers voetballen. Train je bijvoorbeeld een selectieteam of een team met spelers die meer recreatief zijn ingesteld?

O7, O8, O9 en O10

Bij de pupillen (O8, O9 en O10) staat onbewust spelenderwijs leren centraal. Daarin hebben individuele ontwikkelgesprekken geen plaats. Uiteraard is het ook binnen deze leeftijd wel belangrijk om je bewust te zijn van hoe je als trainer de intrinsieke motivatie van spelers kunt verhogen door in te spelen op het ABC’tje: Autonomie, Binding en Competentie. Oprechte aandacht voor alle jeugdspelers binnen het team zowel binnen als buiten het voetbal staat bij iedere leeftijdscategorie voorop.

O11 t/m O14

Vanaf O11 tot en met O14 staat van onbewust leren naar bewust leren centraal, dit kun je als trainer/coach stimuleren door bijvoorbeeld te werken met het formulier (individueel) ontwikkelgesprek O11-O13of het formulier voor een individueel ontwikkelgesprek O13 – O15, zodat spelers zelf kunnen aangeven waar ze goed in zijn en wat ze zouden willen ontwikkelen. Op die manier laat je spelers nadenken over hun ontwikkeling en laat je ze wennen aan het werken middels een formulier. Voorbeeld: Laat de speler een dergelijk formulier zelf invullen. Laat hem/haar zelf vertellen waarom hij/zij dit zo ziet en wat hij/zij gaat ondernemen om een nog betere voetballer te worden. Vraag of je hem/haar daarbij kunt helpen. Voorkom in alle gevallen dat de jeugdspeler het gevoel heeft dat hij/zij beoordeeld wordt. In deze leeftijdsgroep speelt onbewust leren namelijk nog steeds een grote en belangrijke rol. Daarnaast kun je met spelers in deze leeftijdscategorie voor of tijdens een training een gesprekje aanknopen om laagdrempelig het formulier te bespreken.

Denk goed na welke personen betrokken zijn bij deze gesprekken, vanuit welke hoedanigheid en welke rol ze vervullen. Te denken valt aan de trainer(s), speler(s) en ouders. Bij de O11 t/m O14 kun je de keuze maken om een ouder aan te laten sluiten.

O15 t/m O19

Vanaf O14/O15 en hoger kunnen spelers bewust leren (vanaf deze leeftijd weten spelers al beter wat ze kunnen en willen) en kunnen ze zelf verantwoordelijkheid nemen voor dit proces. Daarnaast kunnen ze dit ook al beter onder woorden brengen. Het formulier (individuele) ontwikkelgesprekken O15-O19waarmee gewerkt wordt om het gesprek te voeren en vastteleggen kan er dus ook anders uitzien.

Vraag spelers naast voetbalonderwerpen ook naar andere onderwerpen zoals: hoe het op school gaat, de thuissituatie en wat ze vinden van de vereniging. Dit kan als team en individueel. Ben je bij beide bewust dat het creëren van een veilige situatie hierin essentieel is.

Heb je te maken met spelers van 15 jaar en ouder, besteed dan extra aandacht aan de drijfveren van spelers. Deze worden nu steeds duidelijker waardoor er beter op ingespeeld kan worden in een gesprek. Spelers die steeds meer bezig zijn met binding, kun je ook vragen stellen die gericht zijn op wat er nodig is om te blijven voetballen en welke rol de trainer en de vereniging daarin kunnen spelen.

Daarnaast kan een persoonlijk ontwikkelgesprek ook ingezet worden om andere rollen binnen de vereniging onder de aandacht te brengen en wat deze kunnen betekenen in de ontwikkeling van de spelers. Bijvoorbeeld een rol als trainer, scheidsrechter, lid van de jeugdraad of een andere vrijwilligersfunctie.

Denk goed na welke personen betrokken zijn bij deze gesprekken, vanuit welke hoedanigheid en welke rol ze vervullen. Te denken valt aan de trainer(s), speler(s) en ouders.

Ouders

Vanaf O15 kunnen spelers zelfstandig het (individuele) ontwikkelgesprek voeren, toch is het belangrijk om na te denken over de rol van ouders ook bij jeugdspelers in deze leeftijdsgroep. Welke rol hebben de ouders tijdens het gesprek en met welk doel nemen ouders deel aan het gesprek. Vaak vindt men dat deze jeugdspelers zelf moeten leren verantwoordelijkheid te nemen en worden ouders niet meer uitgenodigd voor een dergelijk gesprek. Recent zien we steeds vaker de oproep om ouders wel uit te nodigen. In deze leeftijdscategorie kan het namelijk ook belangrijk zijn dat trainers, begeleiders en ouders elkaar informeren, betrekken bij de ontwikkeling van de speler en samen de kaders stellen waarbinnen de jeugdspeler zich beweegt. Je bent immers samen verantwoordelijk voor het welbevinden, de opvoeding en de ontwikkeling van de jeugdspeler. Als ouders deelnemen aan een gesprek, kan je ook afstemmen met de ouder hoe je een jeugdspeler kan stimuleren zelf verantwoordelijkheid te nemen. Daarbij is het wel van belang dat voor alle betrokkenen hun rol duidelijk is.

Het aantal gesprekken per seizoen en de spreiding daarvan over het seizoen zijn twee factoren die mede(bepalend) zijn voor het kunnen realiseren van de doelstellingen. Het aantal gesprekken per seizoen kan per leeftijdscategorie worden bepaald. Kies minimaal voor twee gesprekken bij de start van het seizoen en een moment in de winterstop. Tussentijdse korte, informele gesprekken ondersteunen de relatie met de speler. Het aantal gesprekken is ook afhankelijk van de ruimte die er is tijdens de training om te werken aan de gekozen punten door de speler. Is daar veel ruimte voor dan kun je meer gesprekken inplannen en doelen ook vaker bijstellen.