Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

Warming-up gericht op aanvallen (O13 en hoger)

De warming-up met bal kan ook voorafgegaan worden door een warming-up zonder bal met verschillende dynamische loopvormen. Het is uiteraard van belang dat de spelers deze oefeningen goed uitvoeren om blessures te voorkomen. Bekijk de zes voorbeeldvideo's van dynamische loopvormen. Deze warming-up is geschikt voor spelers van O13 en ouder.

Hieronder staan drie warming-up voorbeelden die gericht zijn op trainingen met de doelstelling aanvallen. De drie warming-up voorbeelden dienen als variatie en kunnen dus apart van elkaar gebruikt worden. Begin je training met de zes dynamische loopvormen hieronder en vervolg  met één van de drie warming-up voorbeelden.

Dynamische loopvormen

1. Lopen (recht vooruit) 1. Lopen (recht vooruit) Klik hier voor een voorbeeldvideo van de dynamische loopvorm 'Lopen (recht vooruit)'. 2. Heupen naar buiten 2. Heupen naar buiten Klik hier voor een voorbeeldvideo van de dynamische loopvorm 'Heupen naar buiten'.

3. Heupen naar binnen 3. Heupen naar binnen Klik hier voor een voorbeeldvideo van de dynamische loopvorm 'Heupen naar binnen'.

4. Lopen (rond medespeler) 4. Lopen (rond medespeler) Klik hier voor een voorbeeldvideo van de dynamische loopvorm 'Lopen (rond medespeler)'.

5. Springen met schoudercontact 5. Springen met schoudercontact Klik hier voor een voorbeeldvideo van de dynamische loopvorm 'Springen met schoudercontact'.

6. Snel vooruit & achteruit 6. Snel vooruit & achteruit Klik hier voor een voorbeeldvideo van de dynamische loopvorm 'Snel vooruit & achteruit'.

Warming-up 1: Dribbelen in een vierkant 

Organisatie

Duur: 10 minutenAantal ballen: 14
Lengte: 20 meterAantal pionnen: 4
Breedte: 20 meterAantal hoedjes: 4

Dribbelen in vierkant

Variaties binnen de warming-up

  1. Iedereen een bal, elke stap de bal raken, door elkaar dribbelen zonder te botsen.
  2. Iedereen een bal, op teken van trainer bal stilleggen, een andere bal zoeken en verder dribbelen (daarna steeds een bal weghalen).
  3. Iedereen een bal, dribbelen door het vak en op teken van de trainer steeds een andere kap en draai vorm.

(Bijzondere) spelregels

  • Laat spelers die af zijn niet stilstaan tot het einde van een spel maar geef ze een opdracht. Laat ze bijvoorbeeld en rondje rennen om een vierkant en laat ze daarna weer meedoen.
  • Laat de spelers een vaststaand aantal keer hooghouden voor ze weer mee mogen doen.

Moeilijker maken

  • Het veld kleiner maken.

  • Maximum aantal aanrakingen instellen.

Makkelijker maken

  • Veld groter maken.

Warming-up 2: Passen in vierkant

Organisatie

Duur: 10 minutenAantal ballen: 14
Lengte: 20 meterAantal pionnen: 4
Breedte: 20 meterAantal hoedjes: 4

      Passen in vierkant:

      Variaties binnen de warming-up

      1. Helft van de groep in het vierkant met de bal, de andere helft zonder bal om het vierkant heen. De groep met bal dribbelt door het vierkant en zoekt oogcontact met iemand zonder bal. De speler passt de bal en ontvangt de bal weer terug via een kaats. De speler gaat vervolgens verder en zoekt een andere speler om de bal naartoe te spelen.
      2. Helft van de groep in het vierkant met de bal, de andere helft zonder bal om het vierkant heen. Spelers met bal dribbelen door het vierkant en zoeken oogcontact met een speler zonder bal. De speler met bal speelt de bal in, vervolgens wisselen de twee van rol.
      3. Een combinatie van oefening 1 en 2. De speler in het midden dribbelt en zoekt oogcontact met speler zonder bal, inspelen, kaatsen, weer inspelen en dan van rol wisselen.

      Warming-up 3: Techniekvorm in vierkant

      Organisatie

      Duur: 10 minutenAantal ballen: 14
      Lengte: 20 minutenAantal pionnen: 4
      Breedte: 20 minutenAantal hoedjes: 4

      Techniekvorm in vierkant

      Variaties binnen de warming-up

      1. De helft van de groep staat om het vak met de bal aan de voet, de andere helft staat in het vak zonder bal. De spelers zonder bal joggen door het vak, versnellen naar iemand met bal en vragen om de bal. Vervolgens kaatsen ze deze bal en versnellen ze weer weg naar een andere speler met bal.
      2. Dezelfde organisatie als oefening 1. De spelers om het vak hebben nu de bal in de handen. De spelers in het midden spelen de bal nu terug vanuit de lucht. Na bijvoorbeeld een minuut wisselen van wijze hoe de bal wordt teruggespeeld; met de binnenkant van de voet, met een stuit, met de wreef, combinatie van knie/wreef of met een combinatie van borst/wreef.
      3. Dezelfde organisatie als oefening 1 en 2. De bal wordt hoog aangegooid en wordt vanuit het midden teruggekopt door de spelers.