Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.
Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.
Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.
KNVB.nl
Voor nieuws en ondersteuning van het Nederlandse voetbal.
Oranje
Het officiële kanaal van de KNVB voor alle Oranjefans.
Voetbal.nl
Hét platform voor uitslagen, standen en programma voor amateurvoetballend Nederland.
Eurojackpot KNVB Beker
Voor het laatste nieuws, uitslagen en programma van de Eurojackpot KNVB Beker.
Eurojackpot Vrouwen Eredivisie
Het officiële kanaal van de Eurojackpot Vrouwen Eredivisie met het laatste nieuws, programma, standen en alle samenvattingen.
Rinus
De online assistent voor alle jeugdtrainers van Nederland.
KNVB Campus
Voor de teams van morgen.
KNVB Shop
De officiële webshop van de KNVB.
KNVB Ticketshop
Het officiële verkoopkanaal voor de KNVB. Koop hier je tickets voor Oranje en de Eurojackpot KNVB Beker.
Dugout
De digitale leeromgeving van de KNVB
Eén Tweetje
De online community voor bestuurders in het amateurvoetbal.
KNVB Expertise
Kennis- en innovatiecentrum voor Betaald Voetbal.
Als trainer ben je ook opvoeder. Je draagt dus bij aan het pedagogisch doel, namelijk het kind begeleiden om zich op een plezierige manier te kunnen ontwikkelen, in een veilige omgeving. Omdat elk kind uniek is en elke situatie om een andere reactie vraagt, is het als trainer belangrijk goed te begrijpen hoe je op de juiste manier kunt bijdragen aan de ontwikkeling van een kind. Er zijn drie belangrijke stappen waar je als trainer rekening mee kunt houden. In dit artikel lichten we deze stappen nader toe.
Zelfreflectie is belangrijk om bewust te kunnen handelen. Vraag jezelf af wat jouw kwaliteiten en valkuilen zijn en welke wensen, ambities en verwachtingen je hebt, omdat dit (vaak onbewust) jouw handelen beïnvloedt.
Zelfbeheersing van jou als trainer is nodig wanneer impulsen (gebaseerd op eigen wensen, ambities en verwachtingen) moeten worden onderdrukt als een situatie om een andere reactie vraagt.
Bijvoorbeeld: als trainer wil je graag de wedstrijd winnen. Op een gegeven moment maakt een speler een fout, waardoor balverlies wordt geleden en een tegendoelpunt het gevolg is. Wellicht is jouw eerste reactie dat je baalt van de fout en het tegendoelpunt. Maar in jouw professionele rol is het belangrijk dat jij jouw spelers hierin begeleidt en niet zozeer jouw teleurstelling laat blijken (dat is namelijk van ondergeschikt belang).
Door structuur te bieden en kaders aan te geven zorg je voor duidelijkheid. Dit is het fundament voor het verdere handelen van jou als trainer. Met de juiste structuur en duidelijke kaders weten de spelers waar ze aan toe zijn en wat er van hen wordt verwacht. Dit wordt verder toegelicht in onderstaand artikel.
Een belangrijke rol van jou als trainer is om het plezier in het voetballen en de ontwikkeling als speler en als mens te begeleiden en te stimuleren, bij iedere speler. Hierdoor blijven alle kinderen met plezier voetballen en ontwikkelen zij zich als mens en als voetballer. Er zijn drie basisbehoeften die bovenstaande mogelijk maken: ook wel het A-B-C genoemd.
De kracht van voetbal is dat de drie basisbehoeften van nature vervuld kunnen worden door het spel te spelen, zonder dat hier een trainer aan te pas hoeft te komen. Spelers maken bijvoorbeeld zelf keuzes hoe zij handelen binnen het spel (autonomie), ze zijn onderdeel van een team (binding) en leren nieuwe dingen of verbeteren hun vaardigheden (competentie).
Hieronder volgen twee voorbeelden die duidelijk maken wat voor impact jouw reactie als trainer kan hebben op een speler.
Voorbeeld 1: Een speler maakt een actie en lijdt balverlies
Antwoord vanuit pedagogisch handelen in de voetbalcontext:
“Wat goed dat je direct omschakelde bij balverlies. Toen je aan de bal was, koos je ervoor een actie te maken. Waren er ook andere keuzes die je had kunnen maken?”
(help de speler om de betere aanpak te omschrijven)
In plaats van:
“Het was niet slim om op die positie een actie te maken, je had moeten passen. Want door jouw actie leden we balverlies en moesten we allemaal terugrennen.”
Voorbeeld 2: De linksachter speelt de bal terug naar de centrale verdediger, maar de bal is te zacht. Er komt een spits van de tegenstander tussen. Deze spits neemt de bal aan, sprint naar het doel en scoort.
Voorbeeld pedagogisch handelen in de voetbalcontext:
“Je hebt de hele wedstrijden al passes vooruit gegeven met de juiste snelheid en richting, dat is echt jouw kwaliteit, waardoor de opbouw snel en goed verloopt. Wat gebeurde er bij de bal die je terug wilde spelen naar de centrale verdediger? En hoe zou je het een volgende keer anders kunnen doen?” (help de speler om de betere aanpak te omschrijven)
In plaats van:
“Doordat jij niet van te voren hebt gekeken, en de bal vervolgens te zacht terug schoot naar de centrale verdediger, heeft de tegenstander gescoord. Hopelijk kunnen we nu nog wel winnen.”
In bovenstaande gevallen zie je duidelijk het verschil in coaching. In het pedagogisch handelen geef je positieve persoonlijke aandacht aan jouw speler (binding), je geeft een compliment (binding, competentie), je stelt een vraag (autonomie), je begeleidt de speler in het samen bedenken van een oplossing (autonomie, competentie).
Tot slot geven we nog een aantal tips bij het coachen van spelers: