Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

Veelgestelde vragen

Veelgestelde vragen MO13 tot en met MO20

1. Waarom heeft de KNVB de competitieopzet en bijbehorende regelgeving bij meiden veranderd?

Het meiden- en vrouwenvoetbal heeft de afgelopen twee decennia in Nederland een snelle vlucht genomen. Het ledenaantal vertoont al jaren een opgaande lijn en inmiddels telt ons land ruim 162.000 vrouwelijke KNVB-leden, het grootste aantal van de teamsporten in Nederland. Het meiden- en vrouwenvoetbal is kwantitatief én kwalitatief dus sterk in ontwikkeling. Het gevolg daarvan is dat de huidige competitieopzet daar, in met name de huidige leeftijdscategorieën MO13 tot en met MO19, niet altijd goed bij aansluit. Aanleiding om het huidige competitieaanbod en de bijbehorende regelgeving goed onder de loep te nemen.

2. Wat zijn de belangrijkste doelen van de nieuwe competitie opzet voor meiden junioren?

Momenteel werken we binnen de KNVB met een intern team van specialisten aan de doorvertaling van de onderzoeksuitkomsten naar een nieuw competitieaanbod voor meiden in de leeftijdscategorieën MO13 tot en met MO20. De speelster staat hierbij centraal, evenals onze opdracht te zorgen voor een leven lang (voetbal)plezier en ontwikkeling voor alle speelsters in een veilige en inclusieve omgeving. Nieuw competitieaanbod moet leiden tot:  

  • Goede wedstrijden en competities met gelijkwaardige (en passende) tegenstanders;
  • Hogere tevredenheid van de speelsters over de wedstrijden en competities;
  • De uitstroom verlagen in de leeftijdscategorieën MO13 tot en met MO20 

3. Welke onderzoeken liggen ten grondslag aan de nieuwe competitieopzet voor meiden junioren?

Er is zeer breed gekeken naar alle uitdagingen en mogelijke oplossingen. Deze zijn in beeld gebracht en daarna is op basis van de informatie die speelsters ons gegeven hebben een voorlopige opzet ontstaan. Vanuit deze opzet is gekeken naar haalbaarheid in relatie tot bijvoorbeeld ICT-ontwikkelingen, organisatiecapaciteit van verenigingen en KNVB, kosten etc.

Een overzicht van de verschillende onderzoeken die zijn gedaan: 

  • Alle uitdagingen, problematieken en klachten die binnenkomen bij de KNVB (competitieleiders, KNVB-contact, KNVB-voetbalontwikkeling, verenigingsadviseurs etc) zijn opgehaald en gecategoriseerd.
  • Er zijn verschillende brainstorms georganiseerd met specialisten.
  • Er is meerdere keren data-onderzoek gedaan.
  • Meerdere keren zijn er enquêtes uitgezet en is er een tevredenheidsonderzoek gedaan onder de speelsters zelf.
  • Er hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden met een klankbordgroep (deelnemers denken mee op visieniveau vanuit verschillende achtergronden, bijvoorbeeld voetbal, politiek, andere sportbonden, studenten etc.
  • Er hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden met een extern panel waarin verenigingsfunctionarissen vertegenwoordigd zijn.
  • Er hebben verschillende gesprekken plaatsgevonden met een extern panel waarin speelsters uit verschillende gebieden van Nederland en voetballend op alle aangeboden niveau’s vertegenwoordigd waren (ook de KNVB jeugdraad was hierin vertegenwoordigd).
  • Er is informatie opgehaald bij andere Nederlandse sportbonden.
  • Er is informatie opgehaald bij andere Europese voetbalbonden.
  • In de najaarsvergadering van de KNVB ledenraad zijn onze eerste bevindingen gedeeld en besproken.

    4. Wie heeft de enquête van de KNVB ontvangen?

    Er zijn meerdere enquêtes verspreid onder de meiden die afgelopen seizoen hebben gespeeld in de MO13 t/m MO19. Vaak is de enquête verzonden naar een afspiegeling van de doelgroep op basis van leeftijd, competitieniveau en postcodegebied. Minimaal één enquête is naar alle meiden gestuurd die zijn uitgekomen in deze categorieën. Een representatief aantal meiden heeft deze enquêtes ingevuld. Van meiden tot 16 jaar zijn de ouders aangeschreven, vanaf 16 jaar hebben meiden zelf de enquête kunnen ontvangen. Bij iedere enquête heeft men kunnen aangeven of deze is ingevuld door:

    • De speelster zelf
    • Speelster en ouder/verzorger samen
    • De ouder/verzorger

    Soms horen we vanuit verenigingen dat meiden de correspondentie van de KNVB niet hebben ontvangen, oorzaken daarvoor kunnen zijn:

    • De vereniging heeft niet het juiste of geen mailadres geregistreerd staan in Sportlink van het lid.
    • De mail kan in de SPAM box terecht zijn gekomen.
    • De ontvanger kan de mail hebben verwijderd en de enquête niet hebben ingevuld.

      5. Wat bedoelt de KNVB precies met grote uitslagen?

      Een grote uitslag wil zeggen wedstrijden die eindigen in een uitslag met veel doelpunten verschil tussen de twee teams (9 doelpunten verschil of meer).

        6. Waarom gaan we in 4 fasen voetballen en hoe zien de fasen eruit?

        De 4 fasen worden aangeboden om het aantal grote uitslagen (zie vraag 5) eerder en sterker terug te dringen. Door vaker te herindelen kunnen we sneller in het seizoen goede competities aanbieden. Grofweg kennen we straks de volgende fasen (het aantal wedstrijden per fase zal afhankelijk zijn van de regio). 

        • Fase 1: Start seizoen tot aan de herfstvakantie.
        • Fase 2: Start na de herfstvakantie tot aan de winterstop.
        • Fase 3: Start na de winterstop tot net voor de zomerstop.
        • Fase 4: Een toernooi na fase 3 ter afsluiting van het seizoen, daarna start voor alle teams de zomerstop.

        7. Waarom gaat ieder team aan het einde van het seizoen een toernooi spelen?

        Dit is een sterke wens van de meiden zelf waar we graag op willen inspelen. Daarnaast kan het zo zijn dat in sommige situaties het lastig kan zijn om fase 3 (zie vraag 6) helemaal uit te spelen. De toernooidag zou dan ook nog ruimte geven om de eindrangschikking van de competitie te bepalen. 

        Als laatste denken we dat een dergelijk toernooi kan bijdragen aan de team- en verenigingsbinding van de huidige leden maar mogelijk ook in het aantrekken van nieuwe leden. De toernooidag kan gebruik worden voor promotionele doeleinden.

          8. Hoe wordt omgegaan met de herindelingen?

          Competitieleiders herindelen op basis van uitslagen, ze zijn specialist om deze uitslagen te interpreteren en op basis daarvan te herindelen. Herindelingen zijn verplicht. Specifieke informatie over herindelingen voor categorie A in het seizoen 2023/’24 wordt in dit artikel toegelicht.

          9. Hoe wordt omgegaan met de vrije inschrijving?

          Net als alle andere jaren krijgen de verenigingen de mogelijkheid om hun teams in te schrijven. Dit kan op Hoofdklasse, 1e klasse en lager niveau. Het verschil met voorgaande jaren is dat de vrije inschrijving geen garantie meer is. De KNVB ontwikkelt op dit moment een systeem waarbij we rekening kunnen houden met het aantal jaar voetbalervaring van speelsters in een team, de gemiddelde leeftijd van een team en de achtergrond van voetbalniveau van speelsters in een team. Uit een pilot blijkt dat dit een goede indicatie geeft voor het nog beter indelen van teams. Het kan dus zijn dat op basis van dit systeem een competitieleider een team anders indeelt dan opgegeven bij de vrije inschrijving.

          10. Waarom start de Divisie MO17 en MO20 pas vanaf fase 3?

          Bij het aanbieden van (semi)landelijk voetbal komen grote tot zeer grote reisafstanden kijken. Dat is op zich niet zo erg, mits er goede wedstrijden worden aangeboden. Om de kans op goede wedstrijden te vergroten gaan we in fase 3 pas (semi)landelijk voetbal aanbieden. 

          Zo kunnen we eerst in beeld brengen wat de nieuwe opzet doet met de kwaliteit van de competities. Daarbij krijgen we een beeld van wanneer in het seizoen en op welke wijze het noodzakelijk is om (semi) landelijk voetbal aan te bieden. 

          11. Waarom is er gekozen voor een MO20 in plaats van MO19?

          Hier is een wens van een deel van de meiden gecombineerd met het oplossen van een problematiek. De MO19 was moeilijk te organiseren door het geringe aantal beschikbare teams. Daarnaast wil een deel van de meiden graag langer in de jeugd voetballen, met name meiden die pas in de junioren zijn gestart met voetballen. Door een MO20 aan te bieden voldoen we aan die wens en kunnen verenigingen potentieel over meer meiden beschikken voor een MO20-team. Daardoor hopen we ook dat het aantal MO20-teams toeneemt waardoor de KNVB ook weer betere competities kan samenstellen.

          12. Waarom is er gekozen voor een MO20 en niet voor MO21 en/of voor MO23?

          Er is een aantal redenen waarom we niet hebben gekozen voor MO21 en/of MO23 op dit moment. Die redenen zijn bijvoorbeeld:

          • De meiden zelf vinden het logisch om na de MO20 over te stappen naar de senioren; 
          • De verenigingsfunctionarissen die we hebben gesproken vinden dit een logische stap; 
          • De leeftijdsverschillen tussen meiden in een team en tussen teams zal dan nog groter worden en dat lijkt ons ongewenst.  
          • We willen geen onrecht doen aan de huidige vrouwenpiramide, die over het algemeen goed functioneert. Ongeveer 46% van de speelsters in de vrouwen senioren is tussen de 15-21 jaar. Als we O23 nu zouden toevoegen dan kan dit (grote) schade toebrengen aan onze vrouwenpiramide.
          • Een deel van de meiden is fysiek, sociaal-emotioneel en cognitief vanaf 17/18 jaar (en dus zeker met 19/20 jaar) al prima in staat de stap te maken naar de senioren. Op basis van de ontwikkeling van meiden/vrouwen in vergelijking met jongens/mannen is dit ook heel logisch. Bij jongens/mannen kan de pubertijd doorlopen tot zeker 23 jaar (en daarmee de rijping van de hersenen) wat sterke invloed heeft op bijvoorbeeld de ontwikkelingsgebieden:

            - Fysiek (onder invloed van het geslachtshormoon testosteron);
            - Sociaal-emotioneel;
            - Cognitief.

          Bij meiden/vrouwen loopt de pubertijd aanzienlijk eerder af (rijping van de hersenen vindt eerder plaats). Zij zijn dus fysiek, sociaal-emotioneel en cognitief eerder in staat de stap naar de vrouwen goed te maken. Daarbij komt dat de fysieke piek van een vrouw rondom de 25 jaar ligt en bij mannen rond de 30 jaar, ook op basis van dit verschil kunnen we zeggen dat het dus logisch is dat vrouwen al eerder en in aanloop naar die piek bij de senioren gaan spelen.

          13. Waarom is er niet gekozen voor aanbod in de categorieën O14, O16 en O18?

          Zoals bij vraag 12 aangegeven is het meidenvoetbal niet gebaat bij meer versplintering. Meer aanbod zorgt voor minder goede competities en grotere reisafstanden. Zelfs in de gemengde voetbalcompetities kunnen we op veel plekken in Nederland nog nauwelijks de evenjaar competities bij de junioren goed organiseren. Het aantal meidenteams wat daarvoor beschikbaar is zal vele malen lager liggen dan in de gemengde voetbalcompetities. Het meidenvoetbal zal de komende jaren nog sterk moeten groeien voordat we dit op een goede manier kunnen aanbieden.  

          14. Waarom stoppen we met bekervoetbal?

          Om aan alle wensen van de meiden te kunnen voldoen is hier te weinig ruimte voor op de speelkalender. Uit ons onderzoek is gebleken dat de meeste meiden weinig waarde hechten aan bekervoetbal en dat dit snel in het seizoen al zorgt voor veel vrije weekenden voor veel teams die al vroeg de volgende ronde van de beker niet hebben behaald. Mogelijk keert bekervoetbal in de toekomst wel terug in een andere vorm.

            15. Wordt er rekening gehouden met reisafstanden bij het indelen van teams?

            Ja, alleen is uitgangspunt nummer één van het vernieuwde competitieaanbod het organiseren van gelijkwaardige wedstrijden. Uiteraard kijken we mede afhankelijk van het speelniveau ook naar de reisafstanden. Door in meerdere fases te spelen, wordt er vaker naar het speelniveau van het team gekeken en worden de teams waar nodig heringedeeld. De speelsters zelf hebben aangegeven ‘gelijkwaardige wedstrijden’ het belangrijkste te vinden, ook als ze daarvoor iets verder moeten reizen. 

            Met het nieuwe competitieaanbod laten we de districtsgrenzen meer en meer los. Voor verenigingen/teams in de gebieden vlakbij de districtsgrenzen zal dit mogelijk een positief effect op de reisafstanden hebben. En met de introductie van de mogelijkheid om uit te wijken naar 9 tegen 9 (B-categorie meiden 2e klasse en lager) verwachten we dat meer verenigingen een team kunnen inschrijven wat ook zorgt voor een positief effect op de reisafstanden.

            16. Is het mogelijk het dispensatiereglement te verruimen?

            Uit de onderzoeken blijkt dat meer dispensatiespeelsters toestaan niet de beste oplossing is. Zeker niet gezien de problematiek rondom de leeftijdsverschillen zoals de meiden dat zelf ervaren. We adviseren verenigingen dan ook om naar andere oplossingen te kijken. Bijvoorbeeld naar het vormen van samengestelde teams of een samenwesamenwerkende meiden-/vrouwenafdelingen.

            Daarnaast zal de KNVB het mogelijk maken in de regelgeving van de B-categorie meiden (2e klasse en lager) om 9 tegen 9 te gaan spelen, waardoor er mogelijk meer teams gecreëerd kunnen worden en er meer meiden in hun eigen leeftijdscategorie kunnen spelen.

            17. Waarom is gekozen voor 9 tegen 9 als alternatieve spelvorm?

            Er is duidelijk naar voren gekomen dat de meiden zelf het liefst 11 tegen 11 spelen, op basis van wat zij gewend zijn. Voor met name de huidige O15, O17 en O19 meiden is het argument van toepassing dat zij graag het spel willen leren spelen wat ze ook gaan spelen als ze naar de senioren gaan. Als enige alternatief zien zij de wedstrijdvorm 9 tegen 9 omdat dit in veel facetten het meeste lijkt op 11 tegen 11. Zo vinden de speelsters het bijvoorbeeld belangrijk om met dezelfde spelregels te kunnen spelen, met grote doelen, in de lengte van het veld en met buitenspel. 

            In de categorie B meiden werken we met een flexibele wedstrijdvorm. In principe spelen de teams ook 11 tegen 11, maar is er ook een mogelijkheid voor 9 tegen 9. Hier worden wel voorwaarden aan gesteld. Er komt geen 9 tegen 9-competitie. De teams die 9 tegen 9 voetballen, doen dit in een competitie waarin ook regulier 11 tegen 11 wordt gespeeld. Het kan dus zijn dat teams die structureel 11 tegen 11 voetballen zich soms moeten aanpassen. Bij de competitie-indeling proberen we het aantal 9 tegen 9-teams per competitie te beperken zodat het aantal keer dat een team zich moet aanpassen, beperkt kan blijven. Lees meer over de 9 tegen 9-wedstrijdvorm.

            18. Welke afmetingen heeft het veld en wat zijn de spelregels bij 9 tegen 9?

            Er zijn vier factsheets met een uitgebreide uitwerking van de 9 tegen 9-vorm geplaatst op de pagina Downloads en Documenten. Hierbij is het belangrijk om te vermelden dat de 9 tegen 9-wedstrijdvorm bij de MO13 afwijkt qua veldafmetingen van de overige drie leeftijdscategorieën. Gebruik daarom telkens de uitgewerkte factsheet van de leeftijdscategorie waartoe het team behoort. ​​​​​​​Bekijk de factsheet over de 9 tegen 9-wedstrijdvorm.

            19. Wat als een team dat 9 tegen 9 speelt moet aantreden tegen een team dat 11 tegen 11 speelt?

            In dat geval moet het 11 tegen 11 team zich aanpassen en wordt er dus 9 tegen 9 gespeeld. De KNVB zal proberen de competities zo in te delen dat teams die structureel 11 tegen 11 willen spelen zich maar een minimaal aantal keer per seizoen hoeven aan te passen naar 9 tegen 9. We streven naar maximaal 1 à 2 keer per seizoenshelft. Belangrijker is om ervoor te zorgen dat wedstrijden hoe dan ook doorgang kunnen vinden en dat we afkomen van de vele terugtrekkingen, baaldagen, niet op komen dagen van teams. Uitwijken naar 9 tegen 9 is daar mogelijk een goede oplossing voor.

            Wel blijven we vinden dat 11 tegen 11 in deze categorieën de standaard zou moeten zijn. Daarom blijven we verenigingen motiveren om meer meiden te werven en ondersteunen we hen bij het promoten van meidenvoetbal en het werven van speelsters

            20. Wat is de minimale leeftijd per leeftijdsklasse?

            Om de fysieke verschillen te beperken houden we een minimale leeftijd aan om deel te nemen per leeftijdsklasse:

            MO20
            Ondergrens: een speelster mag uitkomen voor de MO20 vanaf de dag dat zij 15 jaar is geworden.

            MO17
            Ondergrens: een speelster mag uitkomen voor de MO17 vanaf de dag dat zij 14 jaar is geworden.

            MO15
            Ondergrens: een speelster mag uitkomen voor de MO15 vanaf de dag dat zij 11 jaar is geworden.

            MO13
            Ondergrens: een speelster mag uitkomen voor de MO13 vanaf de dag dat zij 8 jaar is geworden.
             

            21. Waarom is er niet gekozen voor een aparte 9 tegen 9 competitie?

            Als er was gekozen voor een aparte 9 tegen 9 competitie zou het aanbod van teams versnipperen. Het aantal teams binnen de meidencompetities is al relatief beperkt in enkele regio’s waardoor deze versnippering zou zorgen voor steeds meer ongelijkwaardige wedstrijden en grotere reisafstanden.

            22. Welk advies kan de KNVB geven m.b.t. het inschrijven van teams voor het nieuwe seizoen?

            Het is van groot belang dat verenigingen teams op het juiste niveau inschrijven. We kunnen ons voorstellen dat het door de veranderingen in het aanbod lastig is om in te schatten op welk niveau teams moeten worden ingeschreven, ook omdat externe factoren als het wijzigen van de piramide een rol spelen. Om zoveel mogelijk teams al vanaf de start van de competitie op het juiste niveau uit te laten komen, staat op deze pagina een inschrijfadvies voor het nieuwe seizoen.

            23. Hoe kan ik ervoor zorgen dat zoveel mogelijk meiden in hun eigen leeftijdscategorie spelen?

            We adviseren verenigingen om actief meiden te blijven werven en/of samen te werken met andere verenigingen om zo toch toe te werken naar een team dat 11 tegen 11 kan voetballen. Dit is namelijk de vorm die de meeste meiden het liefst spelen. Als vereniging is het belangrijk dat meiden en vrouwen de weg weten te vinden naar de vereniging en dat zij zich snel thuis voelen. Maar hoe kun je dit als vereniging realiseren? En hoe zorg je er vervolgens voor dat je jouw leden bindt aan de vereniging? De praktijk leert dat een actieve strategie hierbij kan helpen.

            24. Waarom kunnen er 7 wisselspelers op het wedstrijdformulier van een 9 tegen 9 wedstrijd worden toegevoegd?

            Er bestaat geen wedstrijdformulier voor een 9 tegen 9-wedstrijd omdat aan een competitie maar één type wedstrijdformulier gekoppeld kan worden. Op het wedstrijdformulier 11 tegen 11, welke ook voor 9 tegen 9 wordt gebruikt, kunnen 18 speelsters worden toegevoegd. Zodra er 12 speelsters of meer op het formulier staan, ben je verplicht om 11 tegen 11 te voetballen. De wedstrijdvorm 9 tegen 9 is namelijk geen recht, maar een uitwijkmogelijkheid. Ook als je een team bent dat structureel 9 tegen 9 speelt ((9-tal) in de naam van het team), moet je bij 12 speelsters of meer 11 tegen 11 voetballen. We willen de teams die 11 tegen 11 voetballen zo min mogelijk benadelen met het uitwijken naar 9 tegen 9, daarom zijn hier voorwaarden aan gesteld. Een team mag 9 tegen 9 voetballen als het voldoet aan de voorwaarden, er zijn voorwaarden aan het structureel spelen van 9 tegen 9 en aan het uitwijken naar 9 tegen 9.

            Wedstrijdvormen 11 tegen 11 en 9 tegen 9 Wedstrijdvormen 11 tegen 11 en 9 tegen 9 Klik hier voor meer informatie over de wedstrijdvormen 11 tegen 11 en 9 tegen 9 bij de MO13 t/m MO20

            25. Gelden de nieuwe spelregels ook bij de MO13-competities?

            Ja, de pilot vernieuwde spelregels bij 013 is van toepassing op alle MO13 competities (zowel A als B-categorie). Lees hier meer.

            26. Is er bij de wedstrijdvorm 9 tegen 9 ook buitenspel?

            Ja, bij de 9 tegen 9 wedstrijdvorm is gewoon buitenspel en zijn er assistent-scheidsrechters. Bekijk alle spelregels op de infographics: Downloads en documenten.

              27. Welke regelgeving rondom spelersdeelname is van toepassing in mijn competitie?

              Op de deze  pagina staat de regelgeving die van toepassing is spelersdeelname bij de MO13 t/m MO20.