Pilot categorie B vrouwen niet voortgezet

Komend seizoen spelen de vrouwen in categorie B in de reguliere competitieopzet. - Foto: KNVB Media

Afgelopen seizoen is in de districten West I (zaterdag) en Oost (zondag) een pilot gehouden met een nieuwe competitieopzet voor de categorie B vrouwen. Het doel was om een competitie te realiseren met minder grote krachtsverschillen. Uit de resultaten van het onderzoek is gebleken dat de krachtsverschillen niet kleiner zijn geworden en speelsters liever in de reguliere competitieopzet willen spelen. De pilot wordt daarom niet voortgezet in seizoen 2025/’26.

Toekomstbestendige voetbalpiramide

De KNVB werkt al enkele seizoenen aan een verbeterde, toekomstbestendige voetbalpiramide en bekercompetitie voor vrouwen. Hiervoor is regelmatig de tevredenheid van speelsters, trainers en bestuurders over de huidige (structuur van de) competitie en bekercompetitie uitgevraagd. Het grote krachtsverschil in categorie B vinden de ondervraagden het grootste minpunt van de competitie.

Pilot seizoen 2024/’25

Hier wil de KNVB graag iets aan veranderen. Daarom is in het seizoen 2024/’25 in West I (zaterdag) en Oost (zondag) een andere beker- en competitieopzet uitgeprobeerd. De teams speelden tot oktober eerst een kwalificatiereeks, gevolgd door een volledige competitie in de rest van het seizoen. Op basis van de resultaten van de kwalificatiereeks werden de teams heringedeeld in de vierde en vijfde klasse. De kwalificatiereeks gold ook als eerste ronde van de beker.

Evaluatie

Na afloop van de competitie heeft de KNVB de pilot geëvalueerd op basis van belevingsonderzoek onder speelsters, trainers en bestuurders, dataonderzoek naar de wedstrijduitslagen en contacten met de clubs. Uit deze evaluatie kwamen onder andere de volgende resultaten:

• in district West I (zaterdag) namen de krachtsverschillen (licht) toe in plaats van af;
• in district Oost (zondag) namen de krachtsverschillen (licht) af;
• 38 procent van de speelsters ervaarde meer gelijkwaardigheid, 27 procent ervaarde minder gelijkwaardigheid.
• 54 procent van de speelsters geeft de voorkeur aan de oude competitieopzet, 35 heeft voorkeur voor de nieuwe opzet;
• bij de trainers is het verschil kleiner: 44 procent is voor de oude competitieopzet, 43 procent voor de nieuwe;
• verenigingen geven aan dat het onwenselijk is dat het resterende programma van de competitie pas na de herindeling bekend wordt. Veel speelsters weten graag voor de start van de competitie al het programma voor de rest van het seizoen;
• een aantal verenigingen vindt het onwenselijk om verplicht mee te doen aan de beker, omdat teams begin september vaak nog niet compleet zijn.

Conclusie

Uit de evaluatie is onvoldoende draagvlak gebleken voor deze competitieopzet. Ook heeft deze opzet niet geleid tot een significante afname van het krachtsverschil binnen een competitie. De pilot wordt daarom niet voortgezet.