Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

Gemengd voetballen leidt tot inclusiever denken

Wat zijn de gevolgen van gemengd voetbal en hoe denken wij over elkaar? Dat is de vraag waarover Hilde Spierings zich boog voor haar afstudeerstage bij de KNVB in het kader van haar studie Sportkunde aan de Hogeschool van Amsterdam. De centrale vraag in haar onderzoek luidde: ‘Zijn kinderen die gemengd voetbal spelen in staat om inclusiever te denken dan kinderen die niet gemengd voetbal spelen?’ Het antwoord hierop bleek eenduidig. Kinderen die gemengd voetbal spelen, denken inderdaad inclusiever en minder in hokjes dan hun leeftijdsgenootjes die gescheiden voetbal spelen.

Inclusief tegenover stereotype denken

In haar onderzoek maakte Spierings onderscheid tussen inclusief denken en stereotype denken. Kinderen die inclusief denken, hebben een positief beeld van het andere geslacht. Zij vinden het leuk om samen te voetballen. Stereotype denken staat daar lijnrecht tegenover. Kinderen die stereotype denken zien voetbal als ‘fysiek’ en ‘mannelijk’. In dat beeld lijken meiden niet te ‘passen’ tussen voetballende jongens. Stereotype denken houdt traditionele denkbeelden zoals voetballen is fysiek en mannelijk in stand. Kinderen die inclusiever denken tornen aan de huidige mannelijke norm van het voetballen, waardoor deze ook in beweging komt.

Gewenning bepaalt voor een groot deel het denken.

Spierings vergeleek jongens en meiden die gemengd voetbal spelen met kinderen die in gescheiden jongens- en meisjesteams voetballen in de leeftijdsgroepen 7-9, 10-12 en 13-15 jaar. In het totaal nam zij bij 144 kinderen enquêtes af. Aanvullend deed zij ter verdieping twaalf interviews in tweetallen.

“In de enquête legden we de kinderen twintig stellingen voor over jongens en meiden, tien over jongens en tien over meisjes en voor beide geslachten vijf positief en vijf negatief. Op die manier konden we meten hoe de kinderen scoorden als het ging om inclusief en stereotype denken.” Spierings hield daarbij rekening met de verschillende leeftijdscategorieën om de resultaten zo betrouwbaar mogelijk te maken: “Voor de jongste groep van 7-9 jaar was het best moeilijk om de vragen in de enquête goed te begrijpen. Om die reden hebben we ervoor gekozen de enquêtes live af te nemen, zodat we alle vragen konden toelichten en vragen van kinderen over de enquête direct konden beantwoorden. Op die manier wisten we zeker dat de kinderen de vragen ook echt hadden begrepen en dat er geen sociaal wenselijke antwoorden kwamen.”

Verschil in denken

Uit de resultaten van het onderzoek bleek dat er een behoorlijk groot verschil was in denken tussen kinderen die gemengd voetballen en kinderen die in gescheiden teams spelen. Spierings: “Bij de kinderen die gescheiden voetbalden, zag je de stereotyperingen meer terugkomen in de antwoorden. Gemengde voetballers denken positiever over zichzelf en over het andere geslacht en maken geen onderscheid in geslacht.

Kinderen bleken vooral te reageren vanuit hun eigen ervaringen. Volgens Spierings is dat de belangrijkste conclusie: “Jongens hebben misschien wel vooroordelen, maar op het moment dat ze samen met meiden voetballen, gaat het om het spel niet om het feit dat het jongens of meisjes zijn. Meiden trekken zich wel iets meer aan van hun omgeving. Ook al accepteren de jongens ze in het spel, dan nog denken meisjes vaak dat jongens toch iets beter zijn.”

Kinderen die al gemengd voetballen, weten eigenlijk niet anders. Zowel de jongens als de meisjes willen dat zelf ook graag. Spierings: “De jongens zullen positiever reageren op meiden wanneer zij eerder in aanraking komen met gemengd voetbal, omdat zij hebben ervaren hoe het gaat.” Gewenning bepaalt voor een groot deel het denken.

'Probeer het ook eens'

“Bij VV Voorst in de buurt van Apeldoorn kwamen we een leuk voorbeeld tegen. Daar speelden de meisjes met de jongens samen, vaak omdat ze door de aantallen niet anders konden. Toen we die meiden vroegen wat zij tegen andere meiden zouden zeggen, waren ze allemaal positief over gemengd voetbal. ‘Het is leuk, probeer het ook eens’, is wat ze zouden zeggen. Ze gaven wel aan het alleen wel prettig te vinden om een eigen kleedkamer te hebben in plaats van het kleedhok van de scheidsrechter. Ze zeiden: ‘Dat is ongezellig. Wij spelen met drie meiden in een team en dan kom je in z’n scheidsrechterskleedkamer waar maar één stoel staat en waar je je spullen niet kwijt kan. Vaak kan de kleedkamer niet op slot en zitten er bovenaan ramen in de kleedkamer.’”

Gemengde voetballers denken positiever over zichzelf en over het andere geslacht

Wat adviseert Spierings op basis van haar onderzoek aan de KNVB? “Ik denk dat je overal de mogelijkheid moet bieden om gemengd te voetballen, al denk ik niet dat je het moet verplichten. Vooral in de jongere categorieën pleit ik voor gemengd voetbal en dat zou ik volhouden tot het moment dat de fysieke verschillen in teams echt parten gaan spelen. Dat kan per kind in leeftijd verschillen tussen de 13 en de 17 jaar.”

Wat is Spierings’ belangrijkste tip? “Dwing kinderen nooit om in bepaalde teams te spelen. Als een meisje niet goed genoeg is voor het selectieteam, maar wel graag gemengd met jongens speelt, kun je haar ook in een tweede of derde team met jongens samen laten spelen. Laat kinderen altijd zelf kiezen wat ze willen.” Belangrijk is daarbij dat kinderen ervaring opdoen met gemengde teams, omdat zij alleen dan ook een echte keuze kunnen maken die niet wordt bepaald door de ingesleten traditionele denkbeelden.