Variëren van ondergrond

Voetballen kan overal 

Als er een bal voorhanden is, denken spelers dat ze genoegen nemen met de omgeving en de ondergrond die voorhanden is. Een voetbal-, trap-, sportveldje in de wijk, de straat, een parkeerplaats, het strand, een sporthal/gymzaal, een park, het schoolplein, een openbare tennisbaan én thuis in de tuin. 

De ondergronden van deze locaties kunnen bestaan uit gras, kunstgras, tegels, asfalt, beton, gravel, klinkers, zand (hard en zacht/mul), kunststof, hout, sneeuw en soms staan er ook nog auto’s, een zandbak, een boom, een bloemperkje of een speeltoestel. 

Kunnen voetballen is belangrijker dan de omgeving en de ondergrond. En de speelruimte en spelregels? Die passen ze gewoon aan. 

Bewust variëren 

Als voetbalcoach kun je spelen met de omgeving en de ondergrond, als je bijvoorbeeld om wat voor reden dan ook niet op het trainingsveld terechtkunt. Er zijn vele alternatieven, denk aan een beachvoetbaltoernooi, een straatvoetbaltoernooi, een pleintjesvoetbaltoernooi, trainen op een besneeuwde ondergrond, zand, de parkeerplaats en nog veel meer. 

Met dergelijke alternatieven kun je ondanks afgelastingen of aangepaste trainingsschema's continuïteit bieden en hebben de spelers er over het algemeen veel plezier in. Daar komt bovenop dat het variëren in ondergrond ook goed is voor de ontwikkeling van junioren 

De bal reageert anders, het tempo verschilt en dat vereist aanpassingen in de handelingen met en zonder bal, en in de keuzes die spelers individueel en als team maken. Als spelers zich regelmatig moeten aanpassen, worden zij flexibeler, ze leren beter bewegen, sneller denken en worden creatiever in het vinden van sneller oplossingen. 

Veiligheid voorop 

Variëren in ondergrond is goed, maar er kleven ook verschillende risico's aan. Dat is geen reden om het niet te doen, maar wel iets om rekenging mee te houden bij de keuzes die gemaakt worden voor de verschillende omgevingen en ondergronden.