Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

Goede voorbereiding is het halve werk voor DZC ’68-trainer Lars Smit

Door vóór de training goed na te denken over wat je precies wil trainen en welke voetbalvormen je wil gebruiken, maak je het jezelf als voetbalcoach een stuk gemakkelijker. Ook de zeventienjarige Lars Smit, die voor het tweede jaar op rij de JO11-1 van DZC ’68 onder zijn hoede heeft, vat de voorbereiding op zijn trainingen niet lichtzinnig op. Binnenkort start hij met de cursus JVC (Jeugd Voetbalcoach), zijn eerste cursus als jeugdcoach. “Je kunt niet tien minuutjes van tevoren nog snel wat oefeningen opzoeken, dan heb je er simpelweg niet voldoende over nagedacht.”

Voor Smit begint de voorbereiding op zijn training met nadenken over de doelstelling. De laatste wedstrijd op zaterdag speelt daarin een rol. “Gaan we aanvallen of verdedigen? En welk aspect van aanvallen of verdedigen behandel ik dan? Dat duurt een kwartiertje, vaak is dat niet zo lastig vast te stellen. Vervolgens denk ik op zondag en maandag na over de oefeningen waarmee ik het doel wil bereiken. Soms zoek ik oefeningen op, soms moet je zelf creatief zijn.”

“Het werkt namelijk niet om op het veld pas te bedenken wat je wil gaan doen”, vervolgt Smit. “Voor de ontwikkeling en het spelplezier van je spelers is het goed om vooraf na te denken over wat je met een oefening wil bereiken. Sommige spelers hebben bijvoorbeeld de neiging om stil te gaan staan of met de rug naar de goal te draaien wanneer ze een tegenstander voorbij willen spelen. In plaats daarvan kan het beter zijn om je tegenstander op snelheid te passeren, want in wedstrijden heb je ook niet alle tijd.”

Vaste structuur

Met het voorbereidende werk achter de rug stapt Smit het veld op. DZC ’68 en haar kader staan voor verzorgd voetbal, waarbij de spelers bij voorkeur kiezen voor een opbouw van achteruit in plaats van een opportunistische haal naar voren. In hoe Smit en zijn collega’s dat vervolgens precies trainen, worden zij vrijgelaten. “In de anderhalf uur trainingstijd die ik heb, hanteer ik altijd dezelfde structuur. Eerst een opstartvorm met bal, dan twee oefeningen en tot slot een partijvorm. We hebben een veld tot onze beschikking dat ik opdeel in drie delen: aan de ene kant doen we altijd de opstartvorm, in het midden van het veld doen we de oefeningen en aan de andere kant een partijspel. Zo weten de kinderen dat we altijd aan de ene kant van het veld beginnen en aan de andere kant eindigen. Als je geen vaste structuur hanteert, merk je dat de training onrustiger verloopt. Nu fiets ik er als het ware doorheen.”

Snel schakelen

De vaste structuur van Smit biedt duidelijkheid voor zowel hemzelf als de spelers. Samen met zijn gedegen voorbereiding, geeft het hem de gelegenheid om snel te schakelen als er op het laatste moment bijvoorbeeld toch minder spelers zijn dan verwacht of als de weersomstandigheden plots erg slecht worden. “De spelers weten dat ze na de opstartvorm twee oefeningen krijgen. Als ik heb bedacht dat we bij die oefeningen een 4 tegen 4-situatie gaan spelen, is het goed om vooraf ook vast na te denken over hoe je moet schakelen als we ineens minder spelers hebben. Dan blijf ik bij de basis, en wissel ik naar 1 tegen 1 of 2 tegen 2. Als het regent, probeer ik aanpassingen in de training te maken waardoor de kinderen nog meer in beweging blijven. Je moet dus vooral snel denken in oplossingen, maar dit soort aanpassingen kun je meenemen in je voorbereiding.” 

In al zijn oefeningen probeert Smit de uitvoering in eerste instantie simpel te houden. In bijvoorbeeld een 1 tegen 1-oefenvorm scoren spelers veel, dus ervaren zijn pupillen succes. “Dat levert weer plezier op. En als kinderen met plezier komen voetballen, zie je dat overal in terug. Daarom denk ik dat je de training moet aanpassen aan het niveau van de spelers en de lat steeds een stukje hoger moet leggen, zodat de kinderen geleidelijk aan een hoger niveau gaan bereiken. Dat kan door een veldje kleiner te maken of door een extra opdracht mee te geven, waardoor de moeilijkheidsgraad van de oefening iets omhooggaat, maar zonder dat de succeservaringen verdwijnen.”

Belevingswereld

Succeservaringen zijn onderdeel van de belevingswereld van zijn pupillen. Het sluit aan bij waar Smit zich nog in wil ontwikkelen. Het pedagogisch en psychologische aspect, het begrijpen van wat kinderen denken en zich kunnen verplaatsen in de spelersgroep, interesseert hem. “Spelers reageren vaak op een bepaalde manier in het veld, terwijl daar misschien wel meer achter zit. Daar zou ik graag nog wat over leren. Ook de stap van pupillen- naar juniorencoach wil ik uiteindelijk gaan maken, dus richting een volledig veld en grotere afstanden. En ook dan, of zelfs als ik over twintig jaar nog steeds voetbalcoach ben, zal ik mijn trainingsvoorbereidingen doen. Je moet echt weten wat je spelers nodig hebben om zich verder te kunnen ontwikkelen en hoe je dat wil gaan trainen. Al leren jouw spelers er maar twee dingetjes door, dan heb je ze toch twee stapjes verder geholpen in hun ontwikkeling als voetballer. En dat is toch het mooiste van voetbalcoach zijn.” 

Ralf Timmer – Technisch Manager bij DZC’68

Als Technisch Manager bij DZC’68 fungeert Ralf Timmer niet alleen als Hoofd Opleiding, maar houdt hij zich ook met de seniorenteams bezig. De ondersteuning die hij voetbalcoaches biedt bij de voorbereiding op hun trainingen, is divers. “Bij de O8 en O9 draait het Gelijke Kansen-project. Voor die voetbalcoaches bereid ik de trainingen voor vanuit ons jeugdvoetbalbeleidsplan. Voor de voetbalcoaches van de O10, O11, zoals Lars, en de O12, bereid ik eens per week een circuittraining voor, ook vanuit ons jeugdvoetbalbeleidsplan. Daarin staan een aantal spelprincipes, waarvan sommige altijd terugkomen in onze oefeningen.”

De voetbalcoaches hebben baat bij de voorbereidingen en input van Timmer. “Veel van hen zijn jonge gasten die zelf nog in onze selectieteams spelen. Zij kunnen geholpen worden bij het wegzetten van een training of het kiezen van geschikte oefenstof bij het behalen van een bepaalde doelstelling. De circuittraining die ik voor ze uitzet, biedt natuurlijk ook weer inspiratie voor de andere trainingen die ze zelf geven.”

“Het voorbereiden van een training is een onderschat aspect”, besluit Timmer. “Vaak denken voetbalcoaches er te makkelijk over. Als ik ze help om vooraf bewust te kiezen voor bepaalde oefenstof en hoe ze dit kunnen overbrengen, behalen ze veel eerder de doelstelling van hun training. Naar die situatie willen wij bij DZC’68 in de toekomst nog meer toe.”

Gerelateerde kennisartikelen

Kennis, tips, inspiratie en blijf op de hoogte van activiteiten en evenementen

Ontvang de KNVB Assist trainers-nieuwsbrief iedere twee weken in je inbox

Schrijf je in