‘Meiden zijn hartstikke enthousiast over zaalvoetbal’

Steeds meer meiden zijn actief in het zaalvoetbal. - Foto: KNVB Media

Niet alleen op het veld, maar ook in de zaal zijn steeds meer meiden actief. In West 1 resulteerde dat sinds vorig jaar in een zaalvoetbalcompetitie voor meiden onder 17 jaar. De deelnemers zijn laaiend enthousiast. “Maar er mogen best een paar teams bij hoor.”

Hij ziet het steeds weer tijdens de wintercompetitie. Johan Wessel lacht. “Meiden zijn hartstikke enthousiast over het zaalvoetbal”, stelt de secretaris zaalvoetbal van Schagen United. “Ik denk dat het in de komende jaren enorm kan gaan groeien.”

Goed vertegenwoordigd

Zijn vereniging is met drie teams goed vertegenwoordigd in de in totaal negen teams tellende competitie voor meiden onder 17 jaar. “Twee jaar geleden besloot onze MO15-1 mee te doen aan een pilot in de zaal”, vertelt hij. “Dat beviel zo goed dat ze daarin nog steeds actief zijn en dat er zelfs van onze club twee teams bijkwamen.”

Ook buiten de meidencompetitie om zijn er meidenteams actief in het zaalvoetbal. “Die spelen veelal tegen jongens”, weet Wessel. “In de hogere categorieën wordt het niveauverschil in ons geval echter te groot. Zij zouden dan in deze buurt moeten gaan spelen tegen de jongens van JO15-2. Een wedstrijd op het veld eindigde begin dit jaar nog in de dubbele cijfers. Daar beleeft niemand lol aan.”

Sneller en leuker

Zaalvoetbal is sneller en leuker. Hoe meer meiden er gaan zaalvoetballen, hoe beter

De onderlinge competitie zorgt ervoor dat de meiden nog niet op jonge leeftijd al tegen vrouwen komen te spelen die veel ouder zijn dan zij. “Dat klopt”, beaamt de zaalvoetbalcoördinator. “Maar ook in deze competitie houd je dat nog een beetje. Soms zit er een jaar of twee, drie leeftijdsverschil tussen en ook in het niveau is er eigenlijk wat te veel verschil. Het zou mooi zijn als er een paar teams bij komen. Dan kun je twee competities maken op basis van het niveau.”

Dat zaalvoetbal ook voor meiden een geweldige sport is kan Kriss Bok alleen maar beamen. De 14-jarige captain van Zeemacht 1 stapte nu drie jaar geleden over van de veldvoetbal naar het zaalvoetbal en heeft daarvan geen moment spijt gehad. “Zaalvoetbal is sneller en leuker”, vindt ze. “Hoe meer meiden er gaan zaalvoetballen, hoe beter. Want dat betekent meer speelsters, meer teams en meer spannende wedstrijden.”

Enorme toeloop

Haar coach Ferry van Loon beaamt die woorden volledig. Ook de trainer van Zeemacht ziet dat het animo om te gaan zaalvoetballen onder de meiden groot is. “Wij staan inmiddels met drie trainers in de zaal tijdens de trainingen”, vertelt hij. “En ook bij de jongste jeugd zien we een enorme toeloop. Bijna elke training nemen de meiden wel een vriendinnetje, zusje of nichtje mee.”

Van Loon stond aan de wieg van de onderlinge meidencompetitie. “We zijn een paar jaar geleden begonnen met het geven van trainingen. Dat was een groot succes, waarna we ook wedstrijden gingen spelen. Omdat er geen meidencompetitie was, speelden we tegen de jongens. Dat niveauverschil was alleen te groot. We verloren wekelijks me een nulletje of twintig.”

Leuke competitie

Het zou geweldig zijn als er nog een paar teams bijkomen, dan kunnen we twee competities maken en kan iedereen tegen teams van zijn eigen niveau spelen

Nadat een seizoen in de damescompetitie ook niet het gewenste effect had, werd in samenspraak met de KNVB besloten een onderlinge meidencompetitie op te zetten. Afgelopen seizoen groeide die competitie tot negen teams. “Een heel leuke competitie”, vindt Van Loon. “Waar we heel erg blij mee zijn. Maar het klopt dat de verschillen wat te groot zijn. Het zou geweldig zijn als er nog een paar teams bijkomen, dan kunnen we twee competities maken en kan iedereen tegen teams van zijn eigen niveau spelen.” Bok knikt. “De wedstrijden waar je echt de strijd moet aangaan, zijn het leukst om te spelen. Leuker nog dan wanneer je dik wint, want van een spannende wedstrijd leer je meer.”

Net als Schagen United is ook Zeemacht met drie teams in de competitie vertegenwoordigd. Van Loon is trainer van alle drie teams én ook nog eens assistent-coach bij dames 1. “Ik weet zeker dat er heel veel meiden zijn die graag willen zaalvoetballen, maar niet bij elke club zijn ze er actief mee bezig. Dat snap ik best hoor, niet bij iedere club loopt er iemand rond die er zo veel tijd in kan en wil steken als ik. Maar het zou mooi zijn als er iets meer aandacht aan wordt gegeven. Dan kan het maar zo enorm gaan groeien in de komende jaren.”