[titel_1]

[Doel uit de dropdownbox].

[titel_2]

• Lengte: 30 meter
• Breedte: 20 meter
• Beide teams kunnen scoren op een groot doel
• Als de bal uit is, indribbelen of inpassen voor het drietal, indribbelen voor het tweetal. 3e keer uit is doorwisselen
• Bij een doelpunt, achterbal of hoekschop starten bij de keeper van het tweetal
• (eventueel) doorwisselen na elk doelpunt, achterbal of hoekschop
• Keeper aanvallers mag alleen op de eigen helft meevoetballen
• Na verloop van tijd wisselen team A en B van rol

[Benodigdheden]

[titel_3]

[titel_4]

• Veld smaller maken
• Wanneer er veel wordt geschoten en weinig wordt gedribbeld: het verdedigende team belonen wanneer ze de bal veroveren op helft tegenpartij en scoren (eerder druk zetten)

[titel_5]

• Veld breder en/of langer maken
• Verdedigers starten halverwege het speelveld (meer tijd / ruimte om in te dribbelen)
• 2 (+k) tegen 1 (+k) met grote doelen 

[titel_6]

[titel_7]

• Scoren door te schieten op een groot doel met keeper
• Door middel van dribbelen / individuele actie in scoringspositie komen
• Of door middel van al dan niet bewust samenspel medespeler in scoringsposities brengen 

[titel_8]

• Het aannemen, controleren van de bal en dribbelen richting het doel van de tegenpartij
• Zodra de bal vrij is (binnen schotafstand), schieten
• Overzicht in de situatie waarheen te dribbelen, waar staan veel en waar staan weinig spelers
• De bal steeds onder controle houden, veranderen van richting en versnellen
• Kiezen van het moment en de richting van de passeeractie
• Afsnijden van de pass van de tegenstander en het afschermen van de bal
• Dribbelen (soms) afwisselen met passen naar medespeler

[titel_11]

• Positie kiezen tussen de tegenstander en het eigen doel
• Tegenpartij dwingen tot breedtespel / maken van fouten
• Bal afpakken
• Doelpogingen voorkomen – verwerken van schoten op doel door de keeper