Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

Autonomie, Binding en Competentie

‘De holistische visie als centraal mensbeeld’ is het basisprincipe voor de manier waarop er naar kinderen wordt gekeken. De gedachte hierachter is dat het geheel één systeem vormt en hierbinnen alles met elkaar is verbonden.

Een kind is niet alleen leerling, zoon of dochter, of voetballer, maar bovenal een individu waarin al die verschillende rollen met elkaar samenhangen. Als je dit vertaalt naar de pedagogiek betekent dit, dat het kind als mens centraal staat. Zowel thuis, op school als in de sport draait het om één gemeenschappelijk doel: het kind ondersteunen in de ontwikkeling naar een volwassen zelfstandig individu met een eigen identiteit. Elke setting levert een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling van het kind. Bezien vanuit het holistisch perspectief gaat het in eerste instantie niet zozeer om het beter maken van de jonge sporter of scholier, maar om het ontwikkelen van het kind als mens. De context geeft vervolgens richting aan deze invulling.  Dit draagt vervolgens weer bij aan het beter uitoefenen van deze sport.

De drie basisbehoeften van ieder kind

Om een pedagogische verbeterslag te maken, is het cruciaal dat tegemoet wordt gekomen aan de universele psychologische basisbehoeften van de mens, in dit geval van het kind. De zelfdeterminatietheorie van Deci en Ryan (2000) is hierbij als uitgangspunt genomen. Een motivatietheorie, waarbij de kern bestaat uit drie universele basisbehoeften: autonomie, binding en competentie (ABC). Als aan deze drie behoeften wordt voldaan, leidt dit tot intrinsieke motivatie. En vervolgens tot een optimaal functioneren, welbevinden en groei van het kind.

De drie universele basisbehoeften, in eenvoudige termen uit te drukken in de ‘A-B-C’, zijn: 

Autonomie: het belang dat kinderen hechten aan vrijheid, zelf keuzes maken en verantwoordelijk zijn voor de dingen die zij interessant vinden en doen.

Binding: de behoefte van kinderen om gewaardeerd en gerespecteerd te worden. Ze willen ergens bij horen en verlangen naar aandacht en erkenning.

Competentie: het gevoel van kinderen dat zij ‘iets’ kunnen. Dat ze bijvoorbeeld een bijdrage leveren aan hun team, of het gevoel hebben succesvol te zijn door het aanleren van een nieuwe vaardigheid.

Deze feiten maken elke (jeugd)voetballer uniek Deze feiten maken elke (jeugd)voetballer uniek Elk kind en dus ook elke jeugdspeler is uniek. Bij het begeleiden van jeugdspelers tijdens het trainen of de wedstrijden is het van belang hiervan goed op de hoogte te zijn. Veel factoren spelen een rol in de ontwikkeling van jeugdspelers, waardoor deze nooit met een rechte lijn omhoog loopt.

Intrinsieke motivatie

Voldoen aan de A-B-C heeft als belangrijk gevolg dat de intrinsieke motivatie van het kind wordt vergroot. In het geval van sport heeft deze intrinsieke motivatie een positieve relatie met sportdeelname, ontwikkeling en daarmee ook het presteren. Als een kind sterker intrinsiek gemotiveerd raakt, is de kans groter dat hij langer en met plezier blijft sporten. En dat hij zich beter ontwikkelt en betere prestaties behaalt. De zelfdeterminatietheorie vormt daarom het fundament voor de totstandkoming van pedagogisch verantwoord handelen binnen een positief sportklimaat.

Het is echter niet zo dat deze A-B-C als losstaande behoeften kan worden beschouwd. Er zit samenhang tussen deze drie. Een kind kan bijvoorbeeld pas zelf keuzes maken als de relatie met bijvoorbeeld de trainer-coach goed is, want het kind moet wel zijn mening durven geven.

Tot slot is er ter uitbreiding op de A-B-C nog een extra behoefte, namelijk de behoefte aan structuur. Doordat volwassenen eenduidige kaders, regels en verwachtingen stellen, wordt het voor een kind overzichtelijk en schept het duidelijkheid. Hierdoor ervaart een kind rust en veiligheid. Dit is nodig om de mate van intrinsieke motivatie te kunnen vergroten.