Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

Ontwikkelgesprekken bij Sparta: het kind achter de speler

KNVB Media
KNVB Media
27 januari 2020, 12:22

Sportcomplex Nieuw-Terbregge - Foto: KNVB Media

“We willen het kind achter de speler leren kennen”, zegt Pjotr van der Marel, Coördinator Opleiding bij Sparta Rotterdam. De club heeft pedagogisch beleid in de Jeugdopleiding hoog in het vaandel staan en dat komt tot uiting in de individuele ontwikkelgesprekken met jeugdspelers. Daarbij gaat het over meer dan voetbal alleen. Afgelopen seizoen veranderde Sparta de structuur van de persoonlijke ontwikkelgesprekken die in de loop van het seizoen met jeugdspelers worden gevoerd. Van der Marel legt uit waarom.

“Voorheen waren er drie gesprekken, daar hebben we dit seizoen een startgesprek aan toegevoegd”, aldus Van der Marel. “In dat gesprek zoomen we meer dan voorheen in op de rol van de ouder. We willen weten waar het kind vandaan komt. Zijn er dingen die wij als club moeten weten om het kind beter te laten leren? Zijn er dingen in de thuissituatie die wij moeten weten? Dit zijn zaken waar we in het voetbal voorheen altijd het liefst van wegbleven. Door daar nu wel naar te vragen hopen we kinderen beter te kunnen helpen.”

Voor een trainer is het goed om te weten wat een kind buiten het voetbalveld doet

In totaal hebben een jeugdspeler en zijn ouders bij Sparta in de loop van het seizoen vier officiële gesprekken met de trainer en de Hoofd Opleiding: een startgesprek aan het begin van het seizoen, een ontwikkelgesprek in oktober, een beoordelingsgesprek in januari en een eindgesprek in april.

Meer dan voetbal

In het startgesprek gaat het eigenlijk niet zozeer over het voetbal zelf. Van der Marel: “Wij willen het kind leren kennen, waardoor onze trainers beter begrijpen hoe het kind zich ontwikkelt. We vragen de ouders nadrukkelijk hoe zij hun kinderen zien. Ouders hebben vaak best moeite om aan te geven waarom het een ontzettend leuk ventje is, maar voor een trainer is dat wel leuk om te horen. We willen weten hoe ouders met het kind omgaan, hoe zij hun kind motiveren, wat werkt en wat niet werkt. Een jeugdspeler is meer dan alleen voetballer en voor een trainer is het goed om te weten wat een kind buiten het voetbalveld doet, waar een kind warm voor loopt.”

Doelenkaart

In het startgesprek blijft voetbal op de achtergrond, maar in het ontwikkelgesprek in oktober vormt het de hoofdmoot. Van der Marel: “In dat gesprek laten we vooral het kind aan het woord. Wat vindt hijzelf dat goed gaat en wat kan er beter? Wij bieden een luisterend oor, maar stellen ook kritische vragen. Alles bij elkaar leidt dat tot nieuwe doelen en daarmee komen we op een doelenkaart vanuit het kind. Natuurlijk sturen wij daar wel in. Als wij vinden dat een kind beter moet leren verdedigen en het kind zegt zelf dat het alleen wil aanvallen, moeten we daar iets mee. Maar we geven het kind wel de ruimte en daarbij nemen we op de koop toe dat er op die kaart af en toe doelen staan die echt puur en alleen bij het kind vandaan komen. Daarmee spelen we in op de intrinsieke motivatie van het kind om ook echt aan alle doelen te gaan werken.”

Kleurensysteem

De doelen uit het ontwikkelgesprek komen terug in het beoordelingsgesprek van januari. Ook dan gaat het vooral over voetbal. “Maar in het beoordelingsgesprek zijn wij vooral zelf aan het woord”, legt Van der Marel het verschil uit. “Het januarigesprek sluit aan bij de doelenkaart uit oktober. Als trainers presenteren wij onze bevindingen. Wat doet het kind goed, wat kan beter?” Sparta hanteert in het beoordelingsgesprek een kleurensysteem. Van der Marel: “Rood betekent: je stroomt sowieso uit; oranje betekent: je zit in de gevarenzone en er bestaat een kans dat je afvalt; geel is: je bent goed op weg, maar er zijn verbeterpunten; en groen is simpelweg: goed bezig.”

Kinderen worden in het kleurensysteem op verschillende categorieën beoordeeld: aanvallen, verdedigen, omschakelen (2x, naar aanvallen en naar verdedigen), maar ook op gedrag. In het januarigesprek wordt daar geen eindkleur aan gekoppeld. Van de Marel: “Wel pikken we er bij ieder kind een uitzonderlijke kwaliteit uit, iets waar het kind heel goed in is en dat is natuurlijk altijd groen.”

Van der Marel ziet het kleurensysteem als een noodzakelijk kwaad: “Het is voor ons van enorm belang dat er geen ruis zit op dat januarigesprek. Diep in ons hart zouden we liever afscheid nemen van die kleuren, want je drukt een stempel op kinderen en het is maar de vraag of dat helemaal eerlijk is. Aan de andere kant geven die kleuren wel duidelijkheid en dat is enorm belangrijk in de communicatie met het kind en de ouders. Dankzij die kleuren hebben we de afgelopen jaren veel minder discussies met ouders in april. Het kleurensysteem zorgt er ook voor dat de trainers heel goed kijken naar het kind. Als een kind in januari op geel staat, kan het in april niet te horen krijgen dat het moet uitstromen.” Het januarigesprek leidt uiteindelijk tot een nieuwe doelenkaart richting het eindgesprek in april.

Kindgericht

We werken er continu aan om onze jeugdspelers optimaal te begeleiden in hun ontwikkeling

Dankzij de zorgvuldige opbouw en de duidelijkheid in het januarigesprek, voorkomt Sparta dat jeugdspelers en ouders in april voor verrassingen komen te staan. “Toch blijft het hoe dan ook een spannende periode”, zegt Van der Marel. De gesprekken worden in de jeugdopleiding gevoerd in alle categorieën van O9 tot en met O16. Uiteindelijk krijgen alle kinderen in april een eindkleur. “Dat schept duidelijkheid. In de onderbouw zijn we wel milder in de beoordeling. We willen kinderen echt kansen geven en niet zomaar afscheid nemen. In de middenbouw wordt het wel al een stukje duidelijker, al blijven we heel kindgericht werken. Natuurlijk nemen we weleens afscheid, maar dankzij de manier waarop we het proces gedurende het hele seizoen begeleiden, is dat wel altijd op een verantwoorde manier.”

De duidelijke structuur in de gesprekken gedurende het seizoen zijn voor Sparta echter veel meer dan een verantwoording van het uiteindelijke beoordelingssysteem. “Eigenlijk gaan het beoordelingssysteem en het ontwikkelsysteem samen, maar die balans is het moeilijkste in het voetbal. We werken er continu aan om onze jeugdspelers optimaal te begeleiden in hun ontwikkeling en dat kan alleen als we het kind achter de voetballer kennen. Daarom zijn die gesprekken zowel voor ons, als voor de ouders en het kind zo belangrijk”, sluit Van de Marel af.

Gerelateerd nieuws

Laatste artikelen