Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

Positioneren Meiden- en Vrouwenvoetbal binnen de vereniging

KNVB Media
KNVB Media
29 juni 2020, 10:44

De KNVB ziet graag inclusieve organisaties en verenigingen, waar jongens en meiden, mannen en vrouwen samen verantwoordelijkheid nemen voor het voetballen. - Foto: KNVB Media

We leven in een tijd dat vrouwenvoetbal geaccepteerd is. Dat is niet altijd zo geweest. Tot 1969 was vrouwenvoetbal zelfs verboden. Daarna ging het snel. Sinds 1971 is vrouwenvoetbal officieel onderdeel van de KNVB. Als we komende seizoen 2020/’21 het vijftigjarig jubileum vieren, kent de KNVB bijna 160.000 vrouwelijke leden. Omdat de meeste voetbalverenigingen in het verleden nu eenmaal zijn opgericht voor en door mannen, is het belangrijk aandacht te geven aan de positionering van vrouwen binnen de vereniging.

De KNVB ziet graag inclusieve organisaties en verenigingen, waar jongens en meiden, mannen en vrouwen samen verantwoordelijkheid nemen voor het voetballen. Een vereniging is een afspiegeling van de maatschappij, waarin we ook samen optrekken, op school, tijdens de gymles of tijdens het uitgaan. De vraag is hoe we ervoor zorgen dat meiden en vrouwen zich bij hun voetbalvereniging net zo thuis en gewaardeerd voelen als mannen en jongens?

Ontwikkelingsfases

Om verenigingen te ondersteunen bij de positionering van het vrouwenvoetbal werkt de KNVB al enkele jaren met een groeimodel bestaande uit vier fases, waar verenigingen zelf mee aan de slag kunnen. Dat model gaat over meer dan vrouwenvoetbal alleen, het gaat over het organiseren van een inclusieve vereniging. Daarbij is het altijd van belang om een duidelijke strategie te vormen op kwaliteit van voetballen. Wat doet de vereniging om speelsters in een veilige omgeving met (nog) meer plezier (nog) beter te leren voetballen? Denk daarbij aan het jeugdvoetbalbeleidsplan, teamindelingen, kaderbeleid, speelwijze enzovoort. Speelt de vereniging in op de drijfveren van de jeugdspelers? En tot slot: is de organisatie afgestemd op het realiseren van meer kwaliteit van voetballen en de positionering van meiden- en vrouwenvoetbal? Positioneren, kwaliteit van voetballen en de organisatie versterken elkaar.

Fase 1: oriëntatie

Meiden- en vrouwenvoetbal is relatief nieuw binnen de club (maar niet altijd). In deze fase krijgt meiden- en vrouwenvoetbal relatief weinig aandacht. Als je het negatief uitlegt, zou je kunnen zeggen de meiden en vrouwen worden gedoogd. Ze spelen bijvoorbeeld op veld 6 en hebben kleedkamer 18. Ze zijn vaak niet zichtbaar in de uitingen van de club bijvoorbeeld in de kantine, op de website of in de presentatiegids. Sommige clubs ontgroeien deze fase snel, maar er zijn ook clubs die al dertig jaar in deze fase zitten.

Voorbeeld: Eén of twee personen regelen alles voor één of enkele meiden- en vrouwenteams. Wedstrijden, trainingen, activiteiten. Dit doet hij of zij alleen voor de meiden en vrouwen, vaak los van beleid en cultuur van de vereniging. Zolang deze persoon niet te veel aandacht vraagt, krijgt hij/zij alle ruimte om dit te doen. Stopt deze persoon, dan blijft er vaak ook weinig over van de ondernomen stappen om het meiden- en vrouwenvoetbal te organiseren en faciliteren. De meiden en vrouwen stoppen dan vaak of stappen over naar een andere vereniging.

Tip: neem de tijd om na te denken over de volgende stappen in het proces. Neem tijd om te analyseren welke stappen de vereniging kan nemen om in de volgende fase terecht te komen. Word je bewust van de huidige situatie en bedenk wat de gewenste situatie kan zijn. Richt je niet direct volledig op de gewenste situatie, maar neem kleine en realistische stappen. Sla geen stappen of fases over. Bij Iedere stap moeten mensen de tijd krijgen om te wennen aan de nieuwe situatie. Stappen overslaan kan leiden tot extra weerstand, waardoor je juist wordt teruggeworpen in de tijd. Er moet altijd draagvlak zijn binnen de vereniging en dat kost tijd.

Fase 2: ontwikkeling

Dit is de fase waarin meer kartrekkers opstaan. Zij bevechten de positie van meiden- en vrouwenvoetbal binnen de club. Er kunnen botsingen ontstaan. Ruimte voor de ene doelgroep kan ten koste gaan van een andere doelgroep (al hoeft dit niet!). Er zijn ook clubs waar deze fase zonder botsingen verloopt. Vaak is er in deze fase sprake van cultuurverandering. Mensen gaan zich anders gedragen en verhouden tot de meiden en vrouwen op de club. Zij gaan de waarde van de doelgroep inzien, met name als het gaat om sociale cohesie. In deze fase zie je ook dat kartrekkers soms focus afdwingen, bijvoorbeeld een cover van een presentatiegids met alleen maar meiden en vrouwen, of een werkgroep voor meiden- en vrouwenvoetbal.

Voorbeeld: De kantinecommissie hangt alleen teamfoto’s van mannenteams op en de kledingcommissie bestelt alleen jassen voor de trainers van de jongensteams. De activiteitencommissie organiseert alleen activiteiten (zoals toernooien) voor jongens. Hierdoor gaan kartrekkers alles voor de meiden zelf organiseren in een werkgroep of commissie, zoals bijvoorbeeld het regelen van vrouwenshirts.  

Tip: Choose your battles. Realiseer je dat het erbij hoort, maar sla niet door in het bevechten van de positie van de meiden en vrouwen. Laat frustratie niet de overhand nemen. Voer de focus ook niet te ver door. Dit kan het ontwikkelingsproces naar de volgende fase belemmeren. Als je positie wilt en krijgt, moet je accepteren dat anderen er iets van vinden en eraan meewerken op hun manier. Als dit niet lukt, dan kan het soms noodzakelijk zijn om afscheid te nemen van kartrekkers die niet bereid zijn om de huidige situatie los te laten in het proces van vooruitgang.

Fase 3: verankering

De doelgroep is niet meer helemaal afhankelijk van de kartrekkers. Er is breder draagvlak binnen de vereniging en er is sprake van borging. Dit gaat vaak gepaard met een verandering in structuur. De meiden en vrouwen hebben steeds meer positie en nemen zelf deel in bijvoorbeeld werkgroepen, commissies en het bestuur. Ook is er vaak een verandering in strategie. De meiden en vrouwen hebben een plek in het beleid en hebben hier ook over mogen meedenken.

Voorbeeld: Bij de thema-avonden van de Technische Commissie zijn ook de trainers van de meiden- en vrouwenteams uitgenodigd en aanwezig. Vanuit de meidencommissie zit er iemand in de Technische Commissie om de jongens en meiden bij de pupillen in te delen op basis van het geldende JVBP. De meidencommissie deelt de junioren meidenteams nog zelf in.  

Tip: Succes genereert succes en daar willen mensen bij horen. Werk samen en geef mensen de ruimte om hier onderdeel van te worden, ook als ze vroeger misschien sceptisch waren over het vrouwenvoetbal.

Fase 4: normalisatie

Er is gelijkwaardigheid en samenwerking. Dit uit zich vooral in gedrag en gedragenheid. Het is normaal dat er ook meiden en vrouwen voetballen bij de verenging en dat zij een gelijkwaardige positie hebben. Er is binnen de vereniging voldoende kennis over en feeling met meiden/vrouwen, jongens/mannen, waardoor men altijd aan beide doelgroepen denkt en ook kan handelen vanuit hun perspectief, wensen en behoeften. Er is geen aparte organisatie meer nodig. De capaciteit en kennis zijn geïntegreerd in één organisatie.

Voorbeeld: één leeftijdscoördinator voor zowel de jongens als de meiden die zich voor beide volwaardig in zet (dus niet de meiden ‘erbij’ doet). Een bestuurslid dat binnen zijn portefeuille/verantwoordelijkheid altijd direct denkt aan de jongens en de meiden.

Tip: let op gelijkwaardig betekent niet per se HETZELFDE. De verschillende doelgroepen krijgen evenveel aandacht, maar op basis van de verschillende wensen, behoeften en situaties van die doelgroepen kan dat een andere uitkomst per doelgroep betekenen.

Fases in de praktijk

Meestal zit een vereniging niet in alle facetten in dezelfde fase. De facetten die sneller zorgen voor een goede positionering, kunnen worden ingezet om de totale positionering te verbeteren.

Het kan zijn dat vrouwenvoetbal al vertegenwoordigd is in het bestuur, maar dat het nog niet is verwerkt in de strategie, bijvoorbeeld in een algemeen beleidsplan of in een jeugdvoetbalbeleidsplan. Hier kan vanuit het bestuur aandacht voor komen.

Het kan ook zijn dat het teamindelingsbeleid al volledig geïntegreerd georganiseerd is, terwijl de meiden nog steeds moeten vechten om een goed veld of een goede en veilige kleedkamer.

Het kan zijn dat je als vereniging wel alle trainers van de jongens, gemengde en meiden teams uitnodigt voor een themabijeenkomst speelwijze, terwijl er ook scholingen specifiek voor de trainers van de meidenteams worden georganiseerd, omdat de trainers met meer niveauverschillen te maken hebben. Uiteindelijk gaat het erom dat de meiden niet worden vergeten, dat keuzes over wat je gezamenlijk doet en wat niet, bewust worden gemaakt en niet historisch zo zijn gegroeid. Weet wat je doet en of dit aansluit bij de doelgroep.

Voorbeeldfunctie

De kans dat een voetbalverenigingen volledig in fase vier zit, is klein. Maatschappelijk gezien zitten we namelijk ook nog lang niet altijd in deze fase. Denk daarbij bijvoorbeeld aan gelijke beloning voor mannen en vrouwen in topfuncties. We zijn er nog niet, maar het is wel een mooi uitgangspunt om naar te streven. Voetbal kan daarin tot voorbeeld dienen. Met 1,2 miljoen leden heeft onze sport immers grote invloed op de maatschappij. De jeugdleden die we nu opvoeden met dit principe, zijn over vijftien jaar de mensen die het beeld en beleid bepalen bij een vereniging en op andere plaatsen in de samenleving.

Cultuur als katalysator

Cultuur kan een belangrijke versnellende factor zijn als het gaat om het positioneren van meiden- en vrouwenvoetbal. Bestuursleden hebben daar veel invloed op. Een organisatiecultuur bestaat uit vier lagen. Hoe dieper de laag hoe moeilijker te veranderen.

We vertalen deze cultuurlagen naar het positioneren van meiden- en vrouwenvoetbal:

Symbolen

Symbolen zijn uitingen. Het gaat over de mate waarin vrouwenvoetbal zichtbaar is binnen de vereniging. Het gaat om de betekenis die in afbeeldingen, woorden, gebaren en voorwerpen gegeven wordt aan het meiden- en vrouwenvoetbal binnen de vereniging. Hoe zichtbaar is bijvoorbeeld het vrouwenvoetbal in het clubhuis, op de website en in de verenigingscommunicatie. Een aantal voorbeelden: Wordt de wedstrijd van zowel mannen als Vrouwen 1 aangekondigd op de website? Hangt er alleen een foto van Mannen 1 of ook van Vrouwen 1 in de kantine en zijn die even groot en wel/niet op vergelijkbare wijze gepositioneerd. Noemt de voorzitter Vrouwen 1 en Mannen 1 in de ALV?

Helden

Dit zijn personen die inspireren, de cultuurdragers van de vereniging, rolmodellen die met glans hun voorbeeldrol vervullen. Deze helden kunnen het proces om meiden- en vrouwenvoetbal te positioneren sterk versnellen. Zij nemen verantwoordelijkheid en inspireren. Zowel mannelijke en vrouwelijke rolmodellen zijn belangrijk.

Mannelijke helden zijn belangrijk om het stereotype denken te doorbreken. We kennen bijvoorbeeld hoofdtrainers die goed gepresteerd hebben bij het Mannen 1 team van een vereniging. Deze trainers hebben aanzien en zijn al cultuurdrager/held binnen de vereniging. We zien wel eens dat deze trainers ook of daarna Vrouwen 1 gaan trainen/coachen. Zo’n trainer ziet de potentie van het vrouwenvoetbal en vindt het mooi om een ontwikkeling te bewerkstelligen. Hierdoor zien ook andere mannen de potentie.

Vrouwelijke helden zijn ook belangrijk, met name als rolmodel voor andere meiden en vrouwen. Niet alleen op het veld maar ook in allerlei andere rollen binnen de vereniging is diversiteit van belang, bijvoorbeeld in de rol van trainer, scheidsrechter, bestuurslid, technische of activiteiten commissie. Een vrouwelijke held kan andere meiden en vrouwen inspireren en laten zien dat het heel gewoon is dat vrouwen ook verantwoordelijkheid nemen voor hun vereniging en sport.

Rituelen

Rituelen zijn collectieve activiteiten die (vaak) overbodig zijn om het gewenste doel te bereiken, maar die als sociaal essentieel worden beschouwd binnen de verenigingscultuur. Hiermee kan gedrag, houding en onderlinge samenhang worden bevorderd. In het geval van het positioneren gaat het om werkwijze, gebeurtenissen en activiteiten die bijdragen aan het inclusief denken en handelen en aan de positie van vrouwen. Bijvoorbeeld: hebben de meiden een rol bij de Open Dag, de openingswedstrijd van het seizoen, de winteractiviteiten en de familiedag. Zijn deze activiteiten ook zo ingericht dat ze ook aantrekkelijk zijn voor meiden en vrouwen?

Waarden

De waarden vormen de kern van een verenigingscultuur. Deze geven aan welk gedrag in de vereniging als goed of slecht, als normaal of abnormaal, als rationeel of irrationeel wordt beschouwd. Bij het positioneren van vrouwenvoetbal is het van belang in welke mate de waarden, de overtuigingen, de kern van de clubcultuur zijn afgestemd op en met de meiden en vrouwen binnen de vereniging.

Organisatiestructuur

Naast strategie en cultuur is het ook belangrijk dat de organisatiestructuur past bij de positionering van het meiden- en vrouwenvoetbal binnen de vereniging. Dat is namelijk een voorwaarde om de strategie en cultuur efficiënt en effectief te kunnen vormgeven en uitvoeren. Daarvoor heeft de KNVB een organisatiemodel ontwikkeld. Aan de hand van dit model kunnen verenigingen helder proberen te krijgen of de verantwoordelijkheden juist zijn verdeeld. Het helpt verenigingen om te analyseren of zaken passen bij de fasen van positioneren, en of het door de juiste mensen in de organisatie, en op een passende, effectieve en efficiënte wijze wordt opgepakt.

In het model vergelijk je de huidige situatie met de gewenste situatie. Wat kan je al integreren en inclusief organiseren, en wat heeft nog specifieke aandacht nodig? Je krijgt bijvoorbeeld antwoorden op vragen als:

  • Hebben we in de huidige situatie genoeg vrijwilligers/professionals, als we dingen inclusief gaan organiseren?
  • Heeft de huidige organisatie genoeg kennis van zaken met betrekking tot wat specifiek is voor meiden- vrouwenzaken?
  • Moeten we wellicht zorgen dat ervaren vrijwilligers/professionals met de doelgroep zitting nemen in de algemene organisatie, zodat meer mensen feeling krijgen met de doelgroep, waardoor je niet meer afhankelijk bent van een kleine groep en de kennis behouden blijft ook als deze mensen er niet meer zijn?

Organisatiemodel/structuurmodel

Hoe verder je bent in het positioneringsproces (richting fase 3 en 4) hoe vaker je zaken inclusief en samen met de jongens/mannen gaat organiseren (vakje linksboven).

Alle stappen hebben tijd nodig, in strategie, cultuur en structuur. Maak duidelijke keuzes die bij elkaar passen en elkaar kunnen versterken.

Vragen en antwoorden:

 

Vraag: Wie gaat deze activiteiten trekken?

Als het meiden- en vrouwenvoetbal relatief nieuw is op de vereniging en/of ineens explosief groeit, dan kan het verstandig zijn (passend bij fase 1 en 2 in het groeimodel) om specifieke werkgroepen of commissies op te zetten, om te voorkomen dat het de vereniging boven het hoofd groeit.

 

Vraag: Willen we dit op termijn samen gaan organiseren? Hoe zorgen we voor verbinding?

Denk bij het antwoord op vraag 1 al na over verbinding tussen jongens/mannen en meiden/vrouwen. Welke werkgroepen of commissies organiseren wat? Hoe maak je gebruik van elkaars kennis, netwerk en ervaring? En hoe organiseer je het zo dat er geen dubbel werk wordt gedaan binnen de vereniging. Zoek samenwerking met andere commissies en werkgroepen die bezig zijn met vergelijkbare thema’s.

 

Vraag: Is er voldoende kennis bij de bestaande organisatie?

Als er weinig kennis is over specifieke zaken die voor meiden/vrouwen anders zijn, kan het toch zinvol zijn om dingen inclusief te organiseren. Belangrijk is dan wel dat je die specifieke, toevoegt aan de bestaande organisatie. Dat kan door bijvoorbeeld mensen uit de specifieke werkgroep/commissie te laten aansluiten bij bestaande commissies/werkgroepen. Zo kun je de organisatie ook begeleiden/opleiden/kennis laten maken met wat specifiek is.

 

Vraag: Is er voldoende capaciteit bij de bestaande organisatie?

Als er voldoende kennis over meiden- en vrouwenvoetbal aanwezig is, is het ook van belang om te checken of de bestaande organisatie genoeg handjes heeft/op kracht is. Is dat niet het geval, dan kan iemand worden toegevoegd/gezocht. Dit is wel het moment om specifieke meiden- en vrouwencommissies op te heffen en het inclusief werken en denken volledig te omarmen.

Terugkijken webinar: Positioneren van vrouwenvoetbal Terugkijken webinar: Positioneren van vrouwenvoetbal In deze onzekere tijden biedt de KNVB de mogelijkheid om op een eenvoudige en leuke manier toch met voetbal bezig te zijn. Met verschillende sprekers bespreken we thema's die juist in deze periode van belang kunnen zijn voor jouw club. Willen jullie ook het vrouwenvoetbal binnen jullie vereniging een goede positie en de juiste aandacht geven en kunnen door ontwikkelen? Een mooi moment om daar eens stil bij te staan in deze periode. Praktijkvoorbeeld: Positionering vrouwen maakt van DSS een echte familieclub Praktijkvoorbeeld: Positionering vrouwen maakt van DSS een echte familieclub Het is hard gegaan bij DSS. Rond 2004 begon de in 1919 opgerichte vereniging voorzichtig met een aparte afdeling meiden- en vrouwenvoetbal. Zestien jaar later is die aparte afdeling volledig in de verenging geïntegreerd. "Meiden- en vrouwenvoetbal verdient net zoveel aandacht als mannenvoetbal", zegt voorzitter Aart Louwrier.

Praktijkvoorbeeld: Bij DTS zijn de mannen en vrouwen even belangrijk Praktijkvoorbeeld: Bij DTS zijn de mannen en vrouwen even belangrijk Mannenvoetbal belangrijker dan vrouwenvoetbal? Niet bij DTS uit Ede. “Dames 1 en Heren 1 staan bij ons op een gelijk niveau”, weet teammanager Peter van der Plas. “Het zijn allebei de paradepaardjes van de club.” En dat beleid legde de club geen windeieren.

Praktijkvoorbeeld: Bestuurlijk draagvlak succesfactor bij ontwikkelingsprogramma meidenvoetbal Praktijkvoorbeeld: Bestuurlijk draagvlak succesfactor bij ontwikkelingsprogramma meidenvoetbal Vv Heerenveen is een van de clubs die deelneemt aan het ontwikkelingsprogramma meiden- en vrouwenvoetbal van de KNVB. Voorzitter Henricjan Wind is erg enthousiast. “Door dit programma is het meiden- en vrouwenvoetbal écht onderdeel geworden van de club en zijn we veel meer één vereniging geworden.”


Gerelateerd nieuws

Laatste artikelen