Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

Visie op de keeper binnen het jeugdvoetbal

Binnen het jeugdvoetballeerproces is het voor een optimale en veelzijdige ontwikkeling van jeugdspelers goed als ze leren omgaan met alle vaardigheden die het voetbalspel van ze vraagt binnen aanvallen, verdedigen en omschakelen.

Het is op jonge leeftijd absoluut zinvol om jeugdspelers te laten kennismaken met alle posities binnen het team. De positie van de keeper is daar onderdeel van. Rouleren met de keeper op jonge leeftijd (advies is zeker t/m 012 leeftijd) is goed om alle spelers te laten kennismaken met deze rol binnen het team en wat dit van ze vraagt. Bovendien kunnen ze zo ontdekken of zij dit leuk vinden.     

Deze visie op hoe jeugdspelers kennis te laten maken met de voetbalvaardigheden en de vaardigheden van de keeper vind je terug in de voetbalvormen in de Rinus-app. Daarin wordt t/m 012 leeftijd niet gewerkt met een vaste keeper, maar rouleren spelers door in posities. Daarbij komen zij dus ook uit in de rol van keeper. Voor de leeftijdscategorieën t/m 012 is een aantal warming-up spelletjes opgenomen, waarin elke jeugdspeler in aanraking komt met ‘keepersvaardigheden’ zoals gooien, vangen en vallen.

Waarom rouleren?

  • Op jonge leeftijd is het belangrijk dat jeugdspelers de mogelijkheid wordt geboden om kennis te maken met alle aspecten van het voetbalspel en dus met alle posities en bijbehorende taken binnen het team.
  • Jeugdspelers kunnen op basis van hun praktijkervaring (voetballen én keepen) een duidelijke en weloverwogen keuze maken: veldspeler en/of keeper zijn.
  • Ook als jeugdspelers vanaf de junioren kiezen om ‘vast’ als doelverdediger te gaan spelen, zijn zij reeds bedreven in voetbalvaardigheden die van hen worden gevraagd in de rol als keeper in het opbouwen, omschakelen en voorkomen van doelpunten.
  • Voor de motorische ontwikkeling van het kind is het essentieel op diverse manieren te leren bewegen: rennen, dribbelen, passen en duelleren, maar ook vangen, vallen en balanceren. Dit past goed bij de doelstellingen die binnen de jongste leeftijdscategorieën gesteld zijn.

Organiseren van de ‘keeperstraining’

Voetbal is een teamsport. Je kunt samenwerken om te scoren of een doelpunt te voorkomen. Ook de keeper maakt deel uit van een team en moet zijn/haar voetbalvaardigheden aanspreken in de context van het voetbalspel, onder andere door samen te werken met verdedigers om doelpunten te voorkomen en om het spel van achteruit op te bouwen.

Voetbalvormen zijn geënt op wat er in een wedstrijd van een keeper wordt gevraagd en dat kan worden vereenvoudigd tot aan 1 tegen 1. Het kan zijn dat een keeper moeite heeft met het uitvoeren van een specifieke keepersvaardigheid net of zonder bal, of dat deze keepersvaardigheid in de trainingen met het team onvoldoende vaak aan de orde komt (te weinig gevarieerde wedstrijdechte herhalingen).  Dan kan het zinvol zijn dit afzonderlijk met een groepje keepers te trainen, maar probeer ook dan de voetbalvormen zoveel mogelijk te relateren aan wedstrijdechte situaties. Het is belangrijk om daarbij altijd te zorgen voor een wedstrijdelement, tegenstander, een bepaalde ruimte, tegengestelde belangen en bepaalde spelregels.

We hebben speciale keeperstrainingen ontwikkeld. Vanaf 06 t/m 010 maken de keepersvormen onderdeel uit van de voetbaltrainingen, daarboven bieden we ook ‘losse’ keeperstrainingen aan t/m de seniorenleeftijd. Soms is er sprake van aparte keeperstrainers en teamtrainers. Beide trainers moeten kennis hebben van de complete rol die een keeper heeft in samenwerking met de andere spelers. Het is belangrijk dat keeperstrainers en ‘gewone’ trainers samenwerken zodat keepers zich met plezier kunnen ontwikkelen.