Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

Geschiedenis

Voetballende meiden en vrouwen zijn niet meer weg te denken uit het Nederlandse voetballandschap. Binnen de KNVB zijn meiden en vrouwen de snelst groeiende doelgroep als het gaat om ledenaantallen. Tegenwoordig kunnen vrouwen bij bijna elke vereniging in Nederland terecht. Maar dat is niet altijd zo geweest.

Sinds 1924

De Oostzaanse Vrouwenvoetbal Vereeniging is de eerste vereniging die officieel met vrouwenvoetbal startte, dit gebeurde in 1924. De Nederlandsche Voetbalbond zag echter geen heil in voetballende vrouwen. De voorloper van de KNVB vond dat vrouwen 'echtgenote, moeder of geliefde van voetbalspelers’ moesten zijn.

In 1971 waren er in Nederland nog maar 5500 vrouwelijke voetballers

De ontwikkeling van het vrouwenvoetbal stond vervolgens jarenlang op een laag pitje, mede door de economische crisis in de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog. Totdat op 16 april 1955 de Algemene Damesvoetbalbond in het leven werd geroepen. Veertien clubs schreven zich in voor de eerste vrouwenvoetbalcompetitie, die overigens nog geen erkenning kreeg van de KNVB.

Eindelijk erkenning

In de jaren die volgden kwamen er steeds meer vrouwenteams bij. Op eigen initiatief werden regionale competities en onderlinge oefenwedstrijden georganiseerd. Ook in omringende landen groeide het vrouwenvoetbal. Het vrouwenvoetbal werd uiteindelijk in Nederland in 1971 erkend. Vanaf dat jaar maakte vrouwenvoetbal officieel deel uit van de KNVB.

Toch waren veel bestaande voetbalverenigingen geen voorstander van een vrouwenafdeling, vooral vanwege de organisatorische rompslomp. Daarom werden specifieke vrouwenvoetbalverenigingen opgericht, waarvan KFC ’71 de meest bekende is.

In 1971 hadden we ongeveer 5.500 actieve vrouwelijke voetballers. Een halfjaar later groeide dat aantal al tot 8.000. Voor ons was dat een teken om een vrouwencompetitie op poten te zetten. Vanaf 1979 mogen ook meiden het lidmaatschap aanvragen.

Voetballende meiden en vrouwen zijn niet meer weg te denken uit het Nederlandse voetballandschap.

Gemengd voetbal

In de jaren tachtig van de vorige eeuw spanden we ons nadrukkelijk in om het meiden- en vrouwenvoetbal verder te ontwikkelen. Een belangrijke stap in de goede richting was de introductie van gemengd voetbal in 1986. Deze stap maakte het mogelijk om jongens en meiden tot en met 12 jaar met en tegen elkaar te laten spelen.

Gemengd voetbal breidde zich in de daaropvolgende jaren uit naar de competities voor de oudere jeugdcategorieën. Deze maatregel zorgde ervoor dat meiden in ieder dorp en in iedere wijk van een stad in staat waren om zich aan te sluiten bij een voetbalclub.

Spectaculaire groei

De groei van het aantal vrouwelijke speelsters is enorm. In 1985 telde de voetbalbond 36.000 vrouwelijke leden, onder wie zo’n 12.000 meiden. In 1998 stond de teller op ruim 65.000 leden, van wie 30.000 speelsters onder de 18 jaar. Dit totaal is inmiddels ruim verdubbeld, tot 146.090 vrouwelijke leden in 2015.

Vooral bij de meiden is de groei spectaculair, met in sommige leeftijdscategorieën een toename van maar liefst twintig procent per seizoen. De meiden zijn inmiddels het aantal volwassen voetbalvrouwen ruim voorbijgestreefd.

Er zijn tegenwoordig heel veel meiden actief bij een voetbalvereniging.

Internationaal vrouwenvoetbal

De internationale overkoepelende organisaties UEFA en FIFA erkennen de positie van het vrouwenvoetbal door kampioenschappen te organiseren op Europees en wereldniveau. Noorwegen organiseerde in 1987 het eerste Europees kampioenschap voetbal voor vrouwen, met vier deelnemende landen. Overigens werd Zweden drie jaar eerder de eerste winnaar van het EK, maar er was toen geen sprake van een gastland.

Aanvankelijk stond elke twee jaar een eindronde op het programma. Sinds 1997 is het toernooi echter, net als bij de mannen, om de vier jaar. In 2017 is Nederland het decor voor het EK voor vrouwen. Voor het eerst in de geschiedenis nemen zestien landen deel aan het toernooi. Saillant detail is dat Duitsland (sinds 1995) de regerend Europees kampioen is. De oosterburen hebben op voetbalgebied een bijzondere relatie met Nederland. De Duitsers gelden namelijk als aartsrivaal.

OranjeLeeuwinnen

Het Nederlands vrouwenelftal speelde in 1973 voor het eerst een interland. Eveneens memorabel is het jaar 2009, waarin Nederland zich voor het eerst in de geschiedenis plaatste voor de Europese eindronde. In Finland imponeerde de debutant door direct een plaats in de halve eindstrijd af te dwingen. In 2013 was Nederland er in Zweden opnieuw bij. In 2014 schreef het team geschiedenis door zich voor het eerst te kwalificeren voor een mondiale eindronde. Op het WK 2015 in Canada maken de OranjeLeeuwinnen, zoals men de internationals liefkozend noemt, hun debuut. Ze overleefden zelfs de groepsfase op dit toernooi.

Het Nederlands vrouwenelftal reikte tot de achtste finales op het WK in Canada in 2015.

Dankzij deze prestaties kreeg het vrouwenvoetbal in Nederland een gezicht onder het grote publiek. De OranjeLeeuwinnen dragen hun sport op een positieve manier uit. Zowel binnen als buiten het veld. Sinds het EK van 2009 zijn de vrouwelijke internationals – nog meer dan voorheen – een voorbeeld en inspiratie voor (potentiële) jeugdspeelsters.

Laatste nieuws