Er is iets mis gegaan.

Het lukt niet om de pagina die je zocht op KNVB.nl te laden.

Op dit moment is de website in onderhoudsmodus. Probeer het later nog eens.

Gebruik je een adblocker? Probeer deze uit te zetten en laad de pagina opnieuw.

In beroep tegen een opgelegde straf

Deze informatie is vooral bedoeld voor verenigingsbesturen, spelers en anderen die in beroep zijn gegaan tegen een opgelegde straf. Met deze informatie willen we meer duidelijkheid geven over de gang van zaken bij de behandeling van een beroep.

Kan de straf worden opgeschort?

Dat kan, maar – in tegenstelling tot het betaald voetbal – gaat dit in het amateurvoetbal nooit automatisch! Er dient expliciet om opschorting van de straf gevraagd te worden. De commissie van beroep zal slechts overgaan tot opschorting, als bij globale kennisneming van het dossier twijfel rijst over de juistheid van het ten laste gelegde, over de eerder gevolgde procedure of over de hoogte van de opgelegde straf. Hierbij zal er ook worden gekeken in hoeverre de straf verstrijkt. Bij opschorting krijgt betrokkene en zijn bestuur hierover bericht van het districtskantoor.

Wanneer vindt mondelinge behandeling plaats?

Vaak wordt ons gevraagd een zaak mondeling (dat wil zeggen met hoor en wederhoor) te behandelen. Hoe vervelend de verenigingen en hun leden dit ook zullen vinden, dit zal slechts bij uitzondering het geval zijn. Dit is ter beoordeling van de betreffende commissie. 

In het algemeen zal de commissie van beroep alleen overgaan tot mondelinge behandeling, wanneer zij deze nodig vindt om tot een oordeel te komen. Als richtlijn geldt hierbij vooral de duidelijkheid en de onderlinge overeenstemming van de afgelegde (schriftelijke, eventueel mondelinge) verklaringen. 

Verder kunnen een rol spelen: de ernst van de zaak en de zwaarte van de straf en of de zaak door de tuchtcommissie wel of niet mondeling is behandeld. Maar nogmaals: mondelinge behandeling is eerder uitzondering dan regel, alleen al om een redelijk snelle afwikkeling van de beroepen mogelijk te maken.

Hoe werkt de commissie van beroep?

Heel kort gezegd: elke zaak wordt door drie leden zeer zorgvuldig bekeken. Ze overleggen vervolgens met elkaar welke uitspraak gedaan moet worden. Het streven is zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen 14 dagen na het sluiten van de behandeling uitspraak te doen. 

Op het districtskantoor treedt het hoofd wedstrijdzaken op als (ambtelijk) secretaris van de commissie en is – in de meeste districten – een administratief medewerker belast met de uitwerking en verzending van de uitspraken aan betrokkenen. Deze medewerker is tevens de contactpersoon voor degenen die in beroep gaan.

In hoeverre is een beroep kansrijk?

Deze vraag is bijna niet te beantwoorden. Toch willen we er iets over zeggen. Ervaringen uit het verleden wijzen uit dat men soms wel erg gemakkelijk in beroep gaat. Zo is de kans dat men een beroepszaak wint al een stuk kleiner, wanneer naast de scheidsrechter ook andere getuigen belastende verklaringen afleggen die elkaar ondersteunen.

De commissie mag haar oordeel baseren op de enkele verklaring van de scheidsrechter of neutrale assistent-scheidsrechter (bijvoorbeeld in geval van belediging, indien daarbij geen andere getuigen aanwezig zijn).

Doorgaans dient de commissie echter te beschikken over ten minste twee verklaringen die in hun onderlinge samenhang en in samenhang met eventuele andere verklaringen de commissie kunnen overtuigen van de schuld of onschuld van de appellant(e). Volledigheidshalve: die overtuiging dient de commissie altijd te hebben om de conclusie te kunnen trekken dat het bewijs van schuld geleverd is.

De commissie wijst er verder met nadruk op dat beroepschriften tegen straffen wegens niet-opkomen van een elftal erg weinig kans maken, wanneer hierbij als argument wordt aangevoerd dat men de post niet heeft ontvangen of een eventuele wijziging niet heeft gezien. Indien het districtsbureau volgens de gangbare regels heeft gewerkt, ligt de verantwoording bij de ontvanger, d.w.z. het desbetreffende verenigingsbestuur of jeugdbestuur.

Welke normen hanteert de commissie van beroep?

De commissie van beroep houdt zich in beginsel aan de normen voor straffen die zijn opgenomen in het Bewaarnummer. Wie in beroep gaat, moet zich ervan bewust zijn dat de commissie ook het recht heeft een straf te verzwaren. Incidenteel gebeurt dit ook!

Recht op inzage

We willen nogmaals benadrukken dat een appellant(e) of zijn/haar gemachtigde het recht heeft om op het districtsbureau het dossier van de betreffende zaak in te zien. Weliswaar is de tijd voor de indiening van een beroep kort, maar men kan – zoals hiervoor al werd opgemerkt – eerst formeel beroep aantekenen en vervolgens kennisnemen van de afgelegde verklaringen.

Vaak leidt dit tot het inzicht dat een beroep weinig kans maakt; zo kan men zich moeite, maar ook kosten besparen. Een en ander neemt natuurlijk niet weg dat elke club en speler het volste recht hebben toch beroep aan te tekenen.

Na de uitspraak

De uitspraak van een beroepszaak is onherroepelijk. We wijzen er in dit verband op dat de commissie van beroep geen nadere correspondentie zal voeren over een uitspraak.

In artikel 89 van het Reglement Tuchtrechtspraak Amateurvoetbal wordt de mogelijkheid van het aanvragen van gratie door een gestrafte persoon geregeld. Hierover beslist het districtsbestuur na advies te hebben ingewonnen bij de commissie van beroep, voor zover de zaak in beroep is behandeld.

Laatste nieuws